Carolus Magnus viert deze week haar verjaardag. De oudste studentenvereniging van Nijmegen heeft een respectabele leeftijd bereikt: 85 jaar maar liefst. Met een aantal hoogleraren blikken we terug op hun tijd bij de vereniging. Vandaag: Roel Schutgens, hoogleraar Algemene Rechtswetenschap, avunkel (reünist) van dispuut De Gong.

Waarom Carolus Magnus? ‘In de intro had ik nog geen kamer. Carolus bood slaapplaatsen aan. Ik was toch van plan om ergens lid te worden, dus ik meldde me bij de sociëteit. Daar werd ik doorgestuurd naar het dispuutshuis van De Gong. Die jongens boden me een kamer aan en dus werd ik lid. De lulligste manier om bij een dispuut te komen, maar wel een die vaak voorkomt. Dat probeert men te verzwijgen. Het staat immers beter als je zegt dat iedereen bij jouw club wil omdat dat die verreweg het leukste is. Wat bij mijn dispuut stomtoevallig wel zo was, trouwens.’ Pakte het wel goed uit? ‘Jazeker. Ik vond De Gong direct een aparte club. Er zaten slimme en welsprekende jongens bij, vogels van velerlei pluimage. Ze hadden stuk voor stuk iets aparts. Dat trok me aan. Het was ook een wat serieuzer dispuut. Er werd weliswaar veel te veel gedronken, zoals bij elk dispuut, maar we organiseerden ook allerlei culturele evenementen en uitstapjes.’ Heeft dat lidmaatschap bij Carolus en De Gong nog doorgewerkt in je leven? ‘Vooral van De Gong heb ik veel geleerd. Dat dispuut heeft mij verrijkt. We hadden geregeld diners met toespraken, discussieerden veel, organiseerden debatavonden. Ik ben er verbaal een stuk vaardiger van geworden. En ik heb me er flink ontwikkeld: alle leden waren op de een of andere manier met cultuur bezig: met muziek, opera, literatuur. Ik kwam er in aanraking met dingen waar je zelf minder makkelijk op komt.’ ‘Wat je ook merkt is dat zo’n dispuut een band voor het leven oplevert. Dat klinkt erg sektarisch, maar zo is het. Die jongens uit dat dispuut zijn er altijd: op je afstuderen, je promotie, je oratie en je trouwen. Ik heb vriendschappen voor het leven, met heel bijzondere mensen. Ik vind het sowieso bijzonder om bij een dispuut te horen dat in de jaren dertig ook al bestond. En tachtigers te kennen die ver voor mij lid waren, maar daar wel een band mee te hebben en ze bij de voornaam mogen noemen.’ Was Carolus Magnus in jouw tijd anders dan nu? ‘Ik heb wel eens de indruk dat de club de laatste jaren wat liever geworden is. De leden van nu zijn zo aardig. Volgens mij waren wij vroeger wat meer verbaal. Of misschien eerder corporaal. Maar ik kan me vergissen: ik heb gemerkt dat studenten zich sowieso steeds liever tegen me gedragen sinds ik hoogleraar ben.’ / Bregje Cobussen Vanavond organiseert Carolus Magnus een open feest, ter ere van het lustrum. Klik voor meer informatie hier.