Beleidsmedewerker Frans Janssen werd na zijn pensioen vertaler: eerste roman telt 1015 pagina’s

26 feb 2024

1015 pagina's telt de roman 'Die Insel' van Matthias Wegehaupt over de DDR. Voormalig Radboud-beleidsmedewerker Frans Janssen besloot ze na zijn pensioen allemaal eigenhandig te vertalen. Want, vond hij, het boek verdiende dat. Omdat uitgevers niet in de rij stonden, geeft hij het ook zelf maar uit. 'Ik heb een fantastische tijd gehad met dit boek.'

Het was niet lang na zijn pensionering dat Frans Janssen (68) voor zijn boekenkast stond en Die Insel van Matthias Wegehaupt uit 2005 nog eens opensloeg. ‘Wat zonde eigenlijk’, dacht hij, ‘zo’n mooi boek, maar nooit in het Nederlands vertaald.’ Met die simpele gedachte begon een langdurig traject. Op 29 februari aanstaande presenteert hij Het Eiland, meer dan duizend pagina’s eigenhandig omgezet naar het Nederlands. En omdat hij geen uitgever kon vinden, brengt hij de vuistdikke roman over de DDR ook maar zelf op de markt.

U bent wiskundige.

‘Ja, dat klopt. Ik heb wiskunde gestudeerd in Nijmegen. Maar ik heb altijd iets gehad met taal. Bij de voorloper van Vox, KU-Nieuws, schreef ik al een columnserie met als titel Dagboek van een werkloze academicus. Later ging ik over wiskunde schrijven.’

Na uw studie werkte u 35 jaar als beleidsmedewerker onderwijs op de Radboud Universiteit. Vertaalde u toen ook al?

‘Nee. Na mijn pensionering in 2020 vroeg ik me af wat ik eens zou gaan doen. Mijn vriendin werkt nog, die gaat gewoon elke ochtend om half acht de deur uit. Ik heb me toen ingeschreven bij de vertalersvakschool in Amsterdam voor Duits-Nederlands. Wekelijks moesten we fragmenten vertalen die dan komma voor komma werden besproken. Heel precies, daar houd ik van.’

Kon u niet beginnen met een dun boekje in plaats van Die Insel van 1015 pagina’s?

‘Dat heb ik gedaan. Ik heb eerst een kleine novelle van Thomas Mann vertaald: De Paljas. Veertig pagina’s. Maar Die Insel vond ik echt een ontzettend goed boek, het verdiende gewoon een vertaling. Het gaat over een schilder die als een soort kluizenaar op een fictief eiland woont en het leven in de DDR beschrijft. Je kunt het een beetje vergelijken met Het verdriet van België van Hugo Claus. Maar dan Het verdriet van de DDR…’

U heeft de schrijver, die net als zijn hoofdpersonage schilder is, zelfs thuis opgezocht. Hoe was dat?

‘Hij is 86 en woont op Usedom, een eiland in de Oostzee. Mijn vriendin en ik waren in de buurt en toen heb ik hem gevraagd of we langs mochten fietsen. Het is een wat gereserveerde man, maar hij was verguld dat iemand de moeite nam om twee jaar bezig te zijn met de vertaling van zijn roman. We waren al in contact met elkaar, omdat ik hem toestemming moest vragen voor een Nederlandse uitgave. Ik heb hem ook regelmatig gemaild als ik tijdens het vertalen niet helemaal begreep wat hij bedoelde met een bepaalde zin of uitdrukking.’

Twee jaar, zei u?

‘Ja. Ik vertaalde ongeveer 20 pagina’s in de week, daarna liet ik mijn vriendin de tekst lezen en dan verwerkte ik haar feedback. Zo kwam ik op 20 tot 25 pagina’s per twee weken. Ik werkte er elke dag aan, meestal begon ik ’s ochtends nadat ik de puzzels in de krant had gemaakt en werkte ik door tot eind van de middag. Ik ben ook huisman, dus daarna moest ik voor het eten zorgen.’

Wat heeft u met de Duitse taal?

‘Mijn moeder is Duitse. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is mijn Nederlandse vader in Duitsland beland. Als kinderen zijn we er altijd vanuit gegaan dat hij daar zat vanwege de Arbeitseinsatz of iets dergelijks. Er werd thuis nooit over gesproken en hij is al in 1981 overleden. Pas later kwamen we erachter dat hij eigenlijk een beetje fout was, hij stond aan de kant van de Duitsers. Aan het eind van de oorlog belandde mijn moeder in Nederland met haar zoon, mijn oudste broer Wolfgang. Mijn vader moest bijna twee jaar de bak in. Ze stond er helemaal alleen voor en heeft vanaf dat moment alleen nog maar Nederlands gesproken – Duits praten haalde je toen niet in je hoofd natuurlijk.’

‘De Duitse literatuur is voor mij een soort omweg om grip te krijgen op mijn eigen roots’

‘Later gingen we in de zomer op vakantie naar het Zwarte Woud. Mijn moeders familie woonde in Oost-Duitsland, aan de andere kant van het IJzeren Gordijn, dus ik heb altijd veel Duits gesproken. Ik lees net zo makkelijk Duitse romans als Nederlandse. De Duitse literatuur is voor mij een soort omweg om grip te krijgen op mijn eigen roots.’

Heeft het vertaalwerk u op een andere manier naar de taal doen kijken?

‘Wegehaupt schrijft veel dialogen en dan zie je dat Duitsers nu eenmaal anders praten dan Nederlanders. Ze tutoyeren veel minder, als je een gesprek naturel wilt laten klinken in het Nederlands moet je het net wat volkser opschrijven.’

U heeft geprobeerd een uitgever te vinden voor Het Eiland?

‘Ja, ik heb geleurd met de roman, maar geen uitgever durfde het aan. Uit liefde voor het boek heb ik besloten het dan maar zelf te doen. Ik houd van harde omslagen en een leeslint, dus heb er een heel mooie uitgave van gemaakt met een schilderij van Matthias Wegehaupt op de kaft.’

Dat moet een flinke investering zijn geweest.

‘Dat is het ook, en zelfs als ik alle exemplaren verkoop, kom ik niet uit de kosten. Maar het is het me waard. Ik heb twee jaar lang een fantastische tijd gehad met dit boek en iedereen kan het nu lezen. Andere hobby’s zouden me ook tijd en geld gekost hebben.’

De presentatie van Het Eiland is op donderdag 29 februari om 17.00 uur bij boekhandel Roelants in Nijmegen. Aanmelden kan via roelants.nl

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!