De mens-machine is geen monster meer
Lange tijd was de mens-machine of cyborg in de populaire cultuur een navolger van het schepsel dat door de legendarische dokter Frankenstein gecreëerd werd: een monster. Zo is het niet meer, betoogt Anneke Smelik, hoogleraar Visuele cultuur aan de Radboud Universiteit, in haar nieuwe boek Ik, cyborg. De mens-machine is niet meer eng, maar aantrekkelijk. We willen er maar wat graag op lijken.
Smelik onderzocht beelden en fantasieën over technologie in de populaire cultuur, met name in sciencefiction. Hoe technologie daarin wordt verbeeld, zegt veel over onze angsten en dromen. Wat vrezen we? En wat is een wenkend perspectief?
Dat de mens-machine of cyborg minder angstaanjagend is geworden, is wel te verklaren. ‘Technologie wordt steeds belangrijker en ook gewoner. Veel mensen lopen rond met een computer op zak en zijn daar nog net niet mee vergroeid. En op internet hebben zij een identiteit die ze aanduiden als avatar: een personage dat op hen lijkt maar een virtuele variant van henzelf is. Daarnaast zijn we er in de afgelopen decennia behoorlijk aan gewend geraakt dat kinderen geboren kunnen worden uit IVF, dat lichamelijke haperingen opgevangen kunnen worden door kunststof onderdelen of pacemakers. Door dat soort ontwikkelingen neemt de angst voor technologie vanzelf af.’
Ook de mens-machine is geen bedreiging van onze identiteit. Sterker: ‘We doen meer ons best om op die mens-machine te lijken dan op de aap waarvan we afstammen.’ Letterlijk is dat terug te zien in onze voorliefde voor hard bodies: strakke, sterke, gladde lichamen. Want hoewel gezichtsbeharing onder mannen weer in opkomst is, scheren, plukken en waxen zowel mannen als vrouwen de rest van hun lichaam grotendeels kaal. Controle en perfectie – dat zit er volgens Smelik achter. ‘Dat zijn de kenmerken die de machine sexy maken. Maar het alleraantrekkelijkste van de mens-machine of cyborg is wel de belofte van onvergankelijkheid en onsterfelijkheid. Dát is het ideaal – uiteindelijk onbereikbaar natuurlijk, maar zolang de maakbaarheid van het lichaam vol te houden is, houden we zo het verval en de dood op een afstandje.’
Anneke Smelik is hoogleraar Visuele Cultuur op de Katrien van Munster leerstoel aan de Radboud Universiteit Nijmegen en publiceert over film, kunst en mode in de huidige beeldcultuur. Het boek ‘Ik, cyborg’ verschijnt bij uitgeverij Eburon, Delft.
Maandag 27 februari vindt in debatcentrum LUX, Nijmegen de feestelijke presentatie van het boek plaats. Aan de hand van filmfragmenten gaat Anneke Smelik in gesprek over de cyborg en het hedendaagse mensbeeld met Hub Zwart, hoogleraar Filosofie van de Natuurwetenschappen aan de Radboud Universiteit en Martijntje Smits, senioronderzoeker aan het Rathenau Instituut en auteur van het boek ‘Monsterbezwering’.
> Ik, cyborg? De mens-machine in populaire cultuur in Lux Nijmegen