De eerste dag van de Vierdaagse: je zou zeggen dat mensen dan, getraind en fris, de meeste kans hebben om kreukvrij over de finish te komen. Niets is minder waar: de eerste dag is de meest riskante. Uitdroging ligt op de loer en ook is de hartslag op de eerste dag het hoogst. Dat blijkt uit onderzoek waarop Thijs Eijsvogels vrijdag 8 juli promoveert aan de Radboud Universiteit.

Eijsvogels deed onderzoek bij 361 wandelaars tijdens de Vierdaagse-edities van 2007 tot en met 2010. Hij constateerde dat op de eerste dag 21 procent van de deelnemers uitdrogingsverschijnselen vertoont en 15 procent een verstoorde zoutconcentratie in het bloed heeft. Vooral mannen en lopers met overgewicht hebben een verhoogd risico. Daarnaast is de hartslag het hoogst op de eerste dag van het evenement. Na de eerste dag nemen de risico’s op een verstoorde water- en zoutbalans sterk af. Eijsvogels: ‘Het lichaam past zich dus aan als het zich meerdere dagen achter elkaar inspant’.

Ogenschijnlijke hartschade
Opmerkelijk is dat een deel van de wandelaars tijdens de hele Vierdaagse een sterk verhoogd troponinegehalte in het bloed heeft; troponine is een eiwit dat normaal gesproken duidt op schade aan het hart. Eerder onderzoek wees al uit dat duursporters die zich zeer intensief inspannen een verhoogd troponinegehalte kunnen vertonen zonder dat zij hartschade hebben. Eijsvogels ontdekte dat dit verschijnsel zich niet beperkt tot zeer intensieve duursporten: ook de Vierdaagselopers met verhoogd troponinegehalte hadden geen hartschade.

Trainen onder alle weersomstandigheden
Het onderzoek van Eijsvogels maakt deel uit van een groter Vierdaagseonderzoek van Maria Hopman, hoogleraar Inspanningsfysiologie aan de Radboud Universiteit. Over twee weken, dinsdag 19 juli, begint de 95^e editie van de Nijmeegse Vierdaagse. Eijsvogels adviseert lopers om op de eerste wandeldag extra te drinken en ter voorbereiding zowel bij mooi als slecht weer te trainen. /Anja van Kessel