Home » Nieuws » Geprinte pistolen en oorlogsschmink
Geprinte pistolen en oorlogsschmink
20 dec 2013
Heb je een uurtje over de komende dagen, loop dan eens een kunstrondje over de (uitgestorven) campus. Doe als verslaggever Joep aan den Boom en denk na over geprinte pistolen en elfjes met een licht erotische uitstraling.Foto: Wendy Brugman Een tijdje geleden was ik op een bedrijfsborrel. De champagne smaakte niet en ik stond vooral in mezelf te praten. Uit verveling besloot ik een rondje te lopen en ik vond in een van de ruimtes van het gebouw een 3D-printer. Op een wit gelakte tafel stond een kunstig gefabriceerd apparaat dat gelijkenis vertoonde met een auto zonder carrosserie. Op dat moment was het bezig een klein plastic vierkant te printen. Met de ogen van een klein kind in een veel te grote snoepwinkel zag ik hoe een 3D-object zijn vorm kreeg. ‘Vet hè’, hoorde ik opeens naast me. ‘Als je wilt, kan ik ook een banaan voor je maken.’ Dat industrieel ontwerpers, naast architecten en zelfs medici, al volop aan het experimenteren zijn met 3D-printers, wist ik. Maar dat ook kunstenaars de weg naar deze futuristische techniek gevonden hebben, is nieuw voor mij. Gisteren liep ik een kunstrondje over de campus en ik ontdekte dat twee van de drie kunstenaars van de 3D-techniek gebruik maakten. De vierde kunstenaar op mijn lijstje ontbrak. GevaarLarisa Cichy print haar eigen wapens. Niet om de duiven mee van het dak te schieten, maar om tentoon te stellen in onder andere het Huygensgebouw. Volgens de politie worden Cichy’s 3D geprinte pistolen als dreigende objecten gezien en dus potentieel gevaarlijk. Chichy vraagt zich af wat de gevolgen zijn van een techniek waarmee een digitale afbeelding eenvoudig tot een gebruiksobject kan worden getransformeerd. In een wereld waar bedreigingen via sociale media aan de orde van de dag zijn, is deze potentiële toegankelijkheid van wapens een verontrustende ontwikkeling. Ik vind de porselein ogende pistooltjes vooral schattig en met een glaasje champagne zou ik ze best aan mijn schoonmoeder serveren. Wellicht schuilt daarin het gevaar. Volgens de webpagina van Cultuur op de Campus zou ik in de centrale hal van het Gymnasion de kunstwerken van Stephanie Hoekstra aantreffen. Voortkomend uit het verlangen vat te krijgen op haar sociale leefomgeving schildert ze realistisch uitgewerkte fragmenten van foto’s en filmstills. Er hang echter niets. Ik besluit de tijd te gebruiken om mijn meegebrachte banaan op te eten. In de binnentuin van het Spinoza gebouw tref ik in twee vitrines een zestal 3D-geprinte Eftelingachtige figuurtjes aan. Vrouwelijke figuurtjes die in tegenstelling tot de elfjes in de Efteling, een licht erotische uitstraling hebben. Door ze af te beelden samen met mystieke figuren, of op een bankje met de benen wijd, probeert Eric van Straaten de lichamelijkheid van de wezentjes centraal te stellen. De grens tussen fantasie en werkelijkheid verdwijnt in de glazen kastjes. Ik zal nooit meer op dezelfde manier de droomvlucht beleven. Dat Mel Gibson’s Braveheartanger management issues had, was me na het zien van de film wel duidelijk. Of dat iets te maken had met zijn blauw geschminkte gezicht weet ik niet. De serie Woman At War van Wendy Brugman onderzoekt hoe het dragen van een masker je uiterlijk, je gevoel en je identiteit beïnvloedt. Zelfportretten met verschillende variaties van oorlogsschmink confronteren de toeschouwer met zijn of haar eigen sterkten en zwakten. Het doet me denken aan de sociale maskers die we bij verschillende gelegenheden dragen. En wat we daarmee willen laten zien, of juist niet. Het zijn intrigerende portretten. Binnenkort staat er weer een bedrijfsborrel op het programma. Ik denk dat ik na het zien van Brugmans werk voor de verandering een keertje zonder oorlogsschmink ga. / Joep aan den Boom