‘De universiteit wil zich niet verbinden aan feesten waarop alcohol tegen stuntprijzen wordt aangeboden.’ Dat zei Jeroen Pohlmann, directeur van de Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds (SNUF), vorig jaar over de oproep van de RU aan het Nijmeegse verenigingsleven om te stoppen met het organiseren van ’50 cent-feesten’. Deze week deelde het CultuurCafé 150 liter gratis bier uit.

De universiteit wil geen verenigingsfeesten waarop goedkope alcohol wordt verkocht, omdat de RU verantwoordelijk is voor de veiligheid van haar studenten. Dat zei Pohlmann in een interview in Vox. ‘En het voorkomen van dit soort excessen (50 cent-feesten – red.) ligt in het verlengde van het handhaven van die veiligheid.’ Hoe is dat te rijmen met de 150 liter bier die deze week gratis werd uitgedeeld in het CultuurCafé? ‘Ik was niet op de hoogte van deze actie in het CultuurCafé’, zegt Pohlmann. ‘Vanzelfsprekend ligt deze actie niet in de lijn met het beleid dat wij voorstaan. Had ik ervan geweten, dan had ik graag overleg gevoerd met het Facilitair Bedrijf om te bezien of de actie op een andere manier kon worden ingestoken. De verenigingen adviseren wij ook om dit soort aanbiedingen (gratis bier van de brouwer) creatief in te zetten. Een biertje hoort er natuurlijk bij in de kroeg of sociëteit, maar je kunt er bijvoorbeeld ook voor kiezen om de eerste twee drankjes gratis aan te bieden, of een week lang dagelijks een half uur twee biertjes voor de prijs van één. Dat zijn ook klantvriendelijke acties, maar wel met een andere uitstraling.’ Iris van Diest, preses van Ovum Novum, vindt dat de universiteit met twee maten meet. ‘Die gratis biertjes in het CultuurCafé zijn geen uitzondering op de universiteit. Bij de opening van het academisch jaar bijvoorbeeld wordt ook gratis alcohol geschonken aan medewerkers en studenten. En zo zijn er wel meer feestelijke gelegenheden waar dat gebeurt. De RU schenkt regelmatig gratis onbeperkt alcohol en wij krijgen op de kop als we een of twee keer per jaar bier voor 50 cent verkopen. Dat is meten met twee maten. Ze kunnen wel steeds met de vinger naar ons wijzen, maar misschien kunnen ze beter eerst naar zichzelf kijken.’ / Bregje Cobussen