Paul Hoebink, bijzonder hoogleraar ontwikkelingssamenwerking aan de Radboud Universiteit,  behoort tot de tien invloedrijksten op het gebied van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. Dat blijkt uit zojuist gepubliceerd onderzoek van de bladen Vice Versa en Internationale Samenwerking. De lijst wordt aangevoerd door WRR-lid Peter van Lieshout, auteur van het vorig jaar verschenen WRR-rapport over ontwikkelingssamenwerking, waaraan ook Hoebink een belangrijke bijdrage leverde.

De opstellers van de lijst vroegen 45 mensen in de sector om de tien machtigsten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking te noemen. De kandidaat op plaats 1 kreeg tien punten, die op plaats 10 kreeg er 1.
Hoebink is in de top 10 in gezelschap van Cordaid-directeur René Grotenhuis (2), Ontwikkelingsgeograaf en directeur van het  Afrika Studiecentrum in Leiden prof. Ton Dietz (3), de oud-minister van ontwikkelingssamenwerking (en huidig minister van Economische Zaken) Maxime Verhagen (4), de politici Kathleen Ferrier (5) en Geert Wilders (9), topambtenaar op het ministerie van Buitenlandse Zaken Joke Brandt (6), VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes (7) en Bert Koenders (8).

Kritisch
Hoebink staat op plaats tien. De opstellers van de lijst: ‘Hoebink gelooft in ontwikkelingssamenwerking, maar is tegelijkertijd zeer kritisch over de uitvoering van de hulp. Dat is de buitengewoon hoogleraar Ontwikkelingssamenwerking en directeur van het Centre for International Development Issues (CIDIN) al twintig jaar. En dat wringt. Het wereldje is een beetje Hoebink-moe. Wat hem desondanks een hoge positie oplevert is dat hij er écht verstand van heeft. En hij is, het lijkt haast een voorwaarde voor macht, lid van de Worldconnectors’.

WRR rapport en klachtenloket
De beide tijdschriften lieten al eens eerder onderzoek doen. Het laatste dateert van 2008, het eerste was in 1998. In 1998 stond de Nijmeegse wetenschapper nog op plaats twee. Is zijn macht minder geworden?  Hoebink: ‘Het geeft de onbetrouwbaarheid aan van de reputatiemethode die gebruikt  is om invloed te meten, want ik had de afgelopen jaren toch echt  meer invloed dan in 1998’.
Hij doelt daarbij op het achtergrondrapport dat hij schreef bij het eerder genoemde WRR-rapport. Dat is volgens de regeringsreactie nu leidend voor het beleid. Ook schreef Hoebink op verzoek van minister Koenders met collega Schrijver een rapport over het instellen van een ombudsman voor ontwikkelingssamenwerking. Dat heeft vervolgens geleid tot de opening van een klachtenloket voor
ontwikkelingssamenwerking bij de Nationale Ombudsman en verbetering van de klachtenprocedures van alle door Ontwikkelingssamenwerking gesubsidieerde ontwikkelingsorganisaties. /Bets Berntsen