De Nederlandse universiteiten hebben in VSNU-verband besloten om binnen een aantal vakgebieden landelijke afspraken te maken over de invoering van een numerus fixus. Welke gevolgen heeft dat voor de Radboud Universiteit?

De Nederlandse universiteiten hebben afgesproken om binnen de vakgebieden recht en economie vanaf het collegejaar 2013/2014 een numerus fixus in te stellen. De afspraak hoeft in de praktijk geen gevolgen te hebben voor de universiteit omdat iedere universiteit zelf beslist hoeveel studenten zij toelaat en of zij bijvoorbeeld kiest voor loting of decentrale selectie.

Niet nieuw
De Radboud Universiteit werkt bij verschillende opleidingen – bijvoorbeeld geneeskunde en psychologie – al met een numerus fixus. ‘De discussie is niet nieuw voor onze universiteit. Als opleidingen te snel groeien, stellen we een numerus fixus in. Niets is namelijk slechter voor de kwaliteit van het onderwijs dan een wisselende instroom’, zegt Martijn Gerritsen, woordvoerder van de universiteit. De instroom reguleren en beperken waar nodig, maakt het volgens het college mogelijk om ‘kwalitatief beter en meer persoonsgericht onderwijs aan te bieden.’

Schijnoplossing
Studentenvakbond AKKU voert al langer campagne tegen de beperking van toelating. ‘Dit is een keuze voor de makkelijkste weg, een schijnoplossing waarmee het probleem alleen maar wordt verschoven’, stelt Jos Bakker, voorzitter van studentenvakbond AKKU. ‘Ik snap dat de bezuinigingen het de universiteit moeilijk maken om te investeren in onderwijs, maar toch is investeren in onderwijs, in betere voorlichting en bijvoorbeeld intakegesprekken, de oplossing van dit probleem.’

Principe
Het is voor AKKU een kwestie van principe. Bakker: ‘De VSNU-brede invoering van een numerus fixus beperkt studenten in hun keuzevrijheid. Het is dan niet zo dat je, als je in bijvoorbeeld Nijmegen wordt uitgeloot, elders zeker aan de slag kunt. Dat vinden wij onwenselijk: studenten moeten zelf kunnen kiezen welke studie zij gaan doen.’ / Mark Merks