Wat krijg je als je vijfhonderd studenten in een wintersportoord met fraaie pistes en après-skimogelijkheden te over stopt? Dat vragen we Joni Reijven, lid van de organisatie van de nationale studentenwintersportweek.

Eerst bier drinken in de Prins van Oranje en dan de Diablo af, dat moet wel uit de klauwen lopen. ‘Het valt mee. Tot op heden slechts 25 bezoekjes aan de dokter’, antwoordt Reijven desgevraagd. Valt mee, op vijfhonderd deelnemers, waarvan een deel nooit eerder op de latten heeft gestaan. Reijven noemt het een ‘chaos’ om alle studenten van de elf deelnemende studentensteden naar Les Deux Alpes te krijgen, maar uiteindelijk was iedereen dan toch keurig op plaats van bestemming. Een bestemming die goed bevalt. ‘Een volle zon, lekkere sneeuw en heerlijke temperaturen. Tot vandaag hebben we iedere dag prachtig weer gehad.’ De deelnemers van de reis (met in totaal 42 Nijmeegse studenten) krijgen dagelijks een stevig programma voorgeschoteld. ‘Om 8:00 uur ’s ochtends beginnen we met de brooduitgifte. Daarna zijn er verschillende mogelijkheden om elkaar te ontmoeten of om info te krijgen. Het avondprogramma wisselt, vanavond hebben we een bierestafette.’ Aan het daadwerkelijke snowboarden doet Reijven, een zelfverklaard wintersportfanaat, niet mee. Dat lukt slechts twee uur per dag. Dat de reis tot zover op rolletjes (met sneeuwkettingen) loopt, is voor Reijven het belangrijkste. ‘Dinsdag ging ik de après-ski mee opbouwen, na een geweldige dag snowboarden. ‘Onze’ studenten met zongebruinde gezichten en gekleed in de oranje truien kwamen van alle kanten. Dat was voor mij het hoogtepunt.’ / Tim van Ham