Hij haalde al heel wat geld binnen. Hoogleraar Microbiologie Mike Jetten heeft een Spinozapremie (2,5 miljoen euro) en twee ERC advanced grants (2 keer 2,5 miljoen euro) op zijn naam staan. Maar er komt nog meer aan: een zwaartekrachtsubsidie van een kleine 23 miljoen euro. ‘Het gaat erom dat van dit geld heel veel jonge mensen mooi onderzoek gaan doen’, zegt Jetten.

Zo’n veertig onderzoekers, over een periode van tien jaar, hoopt Jetten met de subsidie aan te stellen. Die komen behalve in Nijmegen ook in Delft, Wageningen en Utrecht te zitten. Want de subsidie is voor een gezamenlijk project, waarvan Jetten hoofdaanvrager is. Ze gaan op zoek naar nieuwe micro-organismen die zonder zuurstof (anaëroob) kunnen leven en die gunstige eigenschappen hebben voor milieu en gezondheid. Een hoofdrol is weggelegd voor de methaanetende bacteriën die Jetten een paar jaar geleden vond in de modder van het Twentekanaal. Ze eten broeikasgassen op. Maar de onderzoekers kijken ook hoe bijvoorbeeld de gezondheid kan profiteren van betere darmbacteriën en hoe met micro-organismen nuttige producten, zoals afbreekbaar plastic, gemaakt kunnen worden. En dan is er nóg een grote pot geld waar de onderzoekers uit kunnen putten. Want een deel van deze zelfde wetenschappers, waaronder Jetten, won nóg een zwaartekrachtsubsidie, met de Utrechtse hoogleraar Organische Geochemie Jaap Damsté als hoofdaanvrager. Dat programma, goed voor nog eens 28 miljoen euro, draait om klimaatverandering. Jetten bekijkt welke rol micro-organismen daarbij kunnen spelen. Jetten en zijn collega’s moesten hun onderzoeksvoorstellen verdedigen ten overstaan van een vijftien koppige internationale commissie in het Krasznapolsky in Amsterdam. En de volgende dag dus opnieuw, maar dan met Damsté als hoofdaanvrager. Jetten: ‘Ze vroegen niet eens waarom wij twee keer een aanvraag deden. Ze zeiden: “Kunnen jullie het managen als jullie allebei de subsidies krijgen?” Natuurlijk konden we twee projecten managen. Dat hebben we wel vaker gedaan.’ Jetten is blij dat hij zijn talentvolle studenten en medewerkers nu een aanstelling kan geven. ‘De komende generatie microbiologen krijgt op deze manier veel kansen. We hebben in Nederland een lange traditie op het gebied van de microbiologie. Mooi dat we het op deze manier kunnen voortzetten.’ / Martine Zuidweg