De Tweede Kamer heeft deze week twee moties aangenomen over proefdieronderzoek, die helemaal in lijn liggen van wat het Nijmeegse Centraal Dierenlab wil. Namelijk: de gegevens over proefdieronderzoek toegankelijker maken en: voortaan altijd eerst bestaand onderzoek bestuderen voordat nieuw onderzoek wordt gestart.

Voor onderzoek dat wordt uitgevoerd met proefdieren gelden tot nog toe minder strenge eisen dan voor onderzoek met mensen. Best vreemd, vindt Merel Ritskes, hoogleraar Proefdierkunde aan de Radboud Universiteit en directeur van het Centraal Dierenlaboratorium. Want ‘die situatie leidt vaak tot fout uitgevoerd onderzoek, waardoor de resultaten meestal niet betrouwbaar en dus niet bruikbaar zijn’.

Systematic reviews
Het Nijmeegse dierenlab werkt al langer aan beter proefdieronderzoek. Een paar jaar geleden werd het 3R Research Centre opgericht, dat zich inzet voor het verfijnen, verminderen en vervangen (in het Engels: refinement, reduction, replacement, vandaar die drie R’s) van dierproeven.
Dat kan onder andere door bestaand onderzoek systematisch te vergelijken voordat nieuw onderzoek wordt gestart. Die praktijk van systematic reviews – waarover vorige week nog een congres plaatsvond in Nijmegen – heeft duidelijke voordelen: mensen leren van de resultaten en fouten van anderen en je voorkomt dubbel werk. Bovendien levert het gebruik maken van eerder verzameld onderzoeksmateriaal ook méér materiaal op, waardoor onderzoekers hun uitspraken kunnen baseren op grotere populaties.

Nieuwe naam
Om te benadrukken dat het Centraal Dierenlab die manier van werken als norm stelt, is de naam van het 3R Research Centre vorige week veranderd in SYRCLE: SYstematic Review Centre for Laboratory animal Experimentation. De twee moties van de Partij voor de Dieren ondersteunen de Nijmeegse keuze nog eens. / Anja van Kessel / Foto labmuis: Wikimedia commons 

Lees ook het artikel ‘Muis kan naar huis’, over alternatieven voor proefdieren, deze week in VOX