Nog een paar dagen en dan begint de introductie. Vox blikt vooruit met een aantal betrokkenen. Vandaag krijgen alle mentoren die volgende week aan de slag gaan een training. Hoe de intro tot een succes te maken? Les 1: Begin met een sprankelend namenspel. In een afgeladen collegezaal in het Linnaeusgebouw komen de sprekers vanochtend nauwelijks uit boven het geroezemoes in de zaal. Vijf- van de negenhonderd mentoren die volgende week in de weer zijn als mentorpapa of –mama krijgen vandaag hun laatste instructies. En een waarschuwing: vanwege het record aantal deelnemers aan de intro is er een kans dat niet alle mentoren meekunnen op de weekenden. Niet leuk. Het geroezemoes zwelt nog verder aan. Studentenpsycholoog André Baars krijgt de zaal stil met een lesje over een succesvolle studietijd: wat moeten de mentoren als surrogaat-ouders volgende week meegeven aan hun mentorkindjes? Vier lessen. Wees sociaal. Trek op tijd aan de bel als het misgaat. Leer omgaan met tegenslag, en als laatste: heb plezier in je studie. Het leren moet leuk zijn en bezoek ook werkgroepen en colleges als je er eens wat minder zin in hebt. ‘Je moet plezier zien te vinden in het studeren, niet alleen in het feesten en alles wat erbij komt’, betoogt Baars. Na het massacollege in Linnaeus gaan de mentoren uiteen om in kleine groepen de komende introweek te bespreken. Zesdejaars Sascha Verstegen is vandaag een van de trainers en bespreekt met haar groep als eerste die even belangrijke als belegen aftrap van de introweek: het namenspel. De groep oefent een namenspel dat alle handen op elkaar krijgt, een variant van ‘ik ga op vakantie en neem mee…..’. Voor wie nog een namenspel moet bedenken een korte handleiding: elk mentorkind verzint omstebeurt bij zijn of haar naam een allitererend bijvoeglijk naamwoord, en herhaalt alle namen die in de kring al zijn genoemd. ‘Duivelse Dennis’ moet als laatste de hele groep nog een keer de revue laten passeren: Duivelse Dennis, Kletsende Karlijn, Reizende Rianne, Super Sascha. Dennis is behept met een goed geheugen en dreunt alle namen in een keer op. Het spel werkt, dankzij het spel weet je niet alleen de namen, maar ook al een bijzonderheidje van iedereen in de mentorgroep. Op naar alle ‘aardige Ankies’ en ‘wonderbaarlijke Wouters’ die straks voor een week onder je hoede zijn. / Paul van den Broek