De faculteit der Sociale Wetenschappen is een onderzoeker rijker. Dr. Koen Breedveld, directeur van het Mulier Instituut – sociaal wetenschappelijk sportonderzoek – is benoemd tot bijzonder hoogleraar sportsociologie en sportbeleid. Sportsocioloog. Een nieuw beroep? ‘In Nederland ben ik de eerste hoogleraar sportsociologie, en ik ben erg blij met deze aanstelling, maar veel andere sociologen ontdekten eerder al dat het onderwerp de moeite waard is. Onder anderen Norbert Elias en Pierre Bourdieu hielden zich er mee bezig. Ik geef een cursus beleidsonderzoek waarbij ik sportbeleid als casestudy gebruik. Sport is natuurlijk een apart wereldje, met een eigen en soms heel bijzondere dynamiek, maar er valt ook veel te leren van wat er in de sport gebeurt.’ Verandert sport? De sportwereld lijkt te verharden. ‘Sport is ontzettend veranderd. Ging je een aantal decennia geleden hardlopend over straat, werd je nog nageroepen: “Hé, ze hebben hem al hoor!” Vroeger was sport meer iets van een kleine elite, maar het is nu een massafenomeen, zelfs een modegadget. Mensen zijn zich tegenwoordig ook meer bewust van de positieve effecten van sport, van de noodzaak om iets aan hun gezondheid te doen, bijvoorbeeld door sport. Dat topsporters de grens opzoeken om hun prestaties te verbeteren en die grens soms overschrijden, is iets van alle tijden. Zo gebruikte Joop Zoetemelk al doping, net als Bernard Thévenet, die daardoor de Tour de France van 1977 won ten koste van de Nederlandse Hennie Kuiper. Ik denk niet dat de sportwereld zo zeer aan het verharden is, maar de maatschappij verandert wel, verhardt zo u wilt, en dat houdt mensen bezig. En dat wordt dan weer uitvergroot in de media.’ Wat verwacht u van Radboud Sports? ‘Sporten met collega’s heeft vaak veel voordelen. Naar ik verwacht werkt dat ook in een microkosmos als de Radboud Universiteit. Tijdens het sporten binden mensen zich in een informele setting. Dat kan doorwerken op professioneel vlak: je leert je collega´s op een andere manier kennen en dat maakt dat je met meer plezier naar het werk gaat. Wel verwacht ik dat er vooral mensen meedoen die sowieso al into sport zijn. Maar deelnemers gaan in ieder geval veel plezier beleven. Zelf kan ik helaas niet meedoen: de plicht roept.’ U sport zelf ook? ‘Natuurlijk. Als ik geen passie voor sport had, zou ik er niet zo veel mee bezig kunnen zijn. Ik doe vooral aan hardlopen, zwemmen en tennis. Het liefst sport ik driemaal per week, maar meestal blijft het bij twee. Ach, er moet iets zijn om op te hopen!’ / Linda van der Pol