Veldwerk Via Appia: ‘Je wordt altijd verrast’
Maandag 2 juli, om 7 uur ’s ochtends, beginnen de archeologen van de Radboud Universiteit te graven aan ‘hun’ stukje van de Via Appia. Drie kilometer van een van de belangrijkste Romeinse wegen van Italië brengen ze de komende vijf jaar tot in detail in kaart. Maandag start een van de grotere veldwerkcampagnes, met 25 deelnemers, onder wie vijftien studenten. De archeologen beginnen vroeg, omdat de temperaturen in de buurt van Rome tot ver boven de 30 graden kunnen stijgen. Bovendien valt er veel te doen: in drie weken tijd, met alleen zondag als rustdag, wil de groep zo veel mogelijk informatie vergaren. Diepgravend ‘Het belangrijkste doel van deze campagne is om de opgravingen waarmee we in de afgelopen drie jaar een begin hebben gemaakt letterlijk en figuurlijk verder uit te diepen. We dringen steeds verder door in de opeenvolgende fasen van de geschiedenis van de Via Appia en hopen uiteindelijk zo dicht mogelijk te komen bij het moment waarop de weg is aangelegd: 312 voor Christus’, vertelt Stephan Mols, archeoloog aan de Radboud Universiteit. Dat moment zal de komende weken zeker nog niet bereikt worden, want ‘hoe dieper je gaat, des te meer komt er uit de grond en alles wat we eruit halen moet precies beschreven, getekend enzovoort worden. Dus het gaat langzaam.’ Plezier van de archeologie Omdat archeologie niet zo simpel is als het afpellen van een ui, waarbij je laag voor laag dichterbij de kern komt – in de loop der tijden is de bodem diverse keren bewerkt en omgewoeld – zou het natuurlijk wel kúnnen gebeuren dat de Nijmeegse archeologen de komende weken íets vinden uit de tijd dat de Via Appia in gebruik genomen werd. Mols kan en wil er niet over speculeren, maar hij geeft toe dat dat nou precies het plezier van de archeologie is: ‘Je weet nooit wat je tegenkomt. Het is altijd spannend, we worden altijd verrast.’ Uitwerken Deze veldwerkcampagne van de Nijmeegse archeologen duurt tot en met vrijdag 20 juli. Na de zomervakantie beginnen de onderzoekers aan het uitwerken van de bevindingen./ Anja van Kessel. Foto Stephan Mols