Wie is slimmer: de illusionist of de wetenschapper?
-
Foto's: Marjolein van Diejen
Wie is slimmer: illusionist Victor Mids die kan raden welke speelkaart iemand in handen heeft, of de hersenonderzoekers van de Radboud Universiteit die met behulp van een MRI-scanner breinactiviteiten kunnen aflezen? Die vraag wierp zich vandaag op tijdens de open dag van het Donders Instituut.
Een echte goochelaar kan gedachten lezen. Het is dan ook een belangrijk element in het televisieprogramma Mindf*ck met illusionist Victor Mids. Ook tijdens de open dag vandaag van het Donders Instituut, waar Mids de rol van dagvoorzitter op zich neemt, speelt het een grote rol.
Om er zeker van te zijn dat hij de aandacht van het publiek in de Rode Zaal van het Trigongebouw heeft, haalt Mids gelijk maar een van zijn bekende trucs uit. Slachtoffer Sylvia heeft een getal in gedachten – bepaald door een getrokken kaart – en begint van één tot dertig te tellen. Als ze klaar is weet Mids – uiteraard – het juiste getal te noemen. ‘Hij kan toveren!’, is de reactie vol ongeloof van een van de kinderen vooraan, terwijl deze truc nog maar kinderspel is bij de wonderlijke dingen die hij laat zien in zijn programma (check het fragment met Matthijs van Nieuwkerk, bijvoorbeeld).
MRI-scanner
De truc van Mids is slechts een voorbeschouwing op het experiment van hersenwetenschappers Hanneke den Ouden en Erno Hermans. Zij gaan óók gedachten lezen – zij het op een wetenschappelijk verantwoorde manier: met één van de drie MRI-scanners die in het Trigongebouw staan.

Dat gaat niet helemaal goed: als Erno Hermans op de MRI-scanner drie verschillende gedachten moet onderscheiden bij een persoon, zit hij ernaast. Is dat erg? Den Ouden, na de demonstratie: ‘Nee, hoor. In de wetenschap heb je nooit 100 procent zekerheid. Zo laten we juist zien dat het allemaal nog niet zo gemakkelijk is.’
Als een van de trucs van Victor Mids mis zou gaan, zou dat vervelender zijn. Mids: ‘Het is wel eens gebeurd, dat ik het fout had. Maar je wordt als illusionist niet ingehuurd voor mislukte trucs, dus liever niet.’ Het experiment van hersenwetenschappers Den Ouden en Hermans noemt Mids indrukwekkend. ‘Ze moesten nu bij één persoon de gedachten raden. Ze zaten in de goede richting, terwijl een steekproef van slechts één persoon natuurlijk niks is.’
Het experiment met breinwetenschappers Hanneke den Ouden en Erno Hermans was slechts één van de vele demonstraties vandaag bij de open dag van het Donders Instituut. Bezoekers konden ook ervaren hoe het is om een robotarm te besturen, het fruitvliegjeslab bezoeken of kennismaken met robot NAO. Het hele programma kan je hier terugvinden.
Eén plus één
‘Normaal gesproken hebben we veel meer tijd en kunnen we veel meer uitkomsten met elkaar vergelijken’, verklaart Den Ouden. ‘Wat Erno op de computer ziet’, legt ze uit, ‘is dat naar bepaalde gebieden in de hersenen extra veel bloed met zuurstof werd gepompt. Dat deel van het brein licht rood op.’ Het is een signaal op basis waarvan Hermans kan weten met welke denkopdracht, die alle drie anders van aard waren, de proefpersoon bezig is. Elk deel van de hersenen heeft immers zijn eigen functie. ‘Maar het is dus niet alsof je één plus één moet optellen.’
Dat het experiment van de wetenschappers vandaag mislukt, betekent dat de illusionist het nog wint van de wetenschapper? Den Ouden vindt van niet: ‘Bij een illusionist weet je nooit hoe hij aan zijn kennis komt.’ Mids heeft een andere lezing: ‘Wat ik als illusionist doe, laat zien wat er in de toekomst allemaal mogelijk is. Over tien jaar kunnen wetenschappers alweer veel meer dan nu.’