Dromen van colleges onder de blauwe hemel
Columnist Lucienne van der Geld staat te popelen om na de zomervakantie een buitencollege te geven in de openlucht, met vogelzang als achtergrondmuziek. De chaos van het buitenleven neemt ze alvast voor lief.
Naast het Grotiusgebouw staat een gloednieuw amfitheater, een cadeau van de Stichting Rechtenalumni Nijmegen voor het honderdjarige jubileum van de Radboud Universiteit in 2023. Het werd afgelopen winter opgeleverd, net op tijd om de kou over zich heen te krijgen. Nu de temperatuur eindelijk stijgt, zitten wij helaas middenin de tentamens en is het reguliere onderwijs zo goed als voorbij. Timing is alles, zullen we maar zeggen.
Toch droom ik van colleges in dat amfitheater, onder de blauwe hemel. Al in de oudheid waren filosofen van mening dat buiten leren beter is dan binnen. Alsof frisse lucht je meteen slimmer zou maken. Ik begrijp die filosofen wel: wie wil er nou niet leren en doceren met een beetje zon op het bolletje? Recent onderzoek laat trouwens zien dat die filosofen geen onzin uitkraamden: buiten leren kan je concentratie en creativiteit verbeteren.
Ik sta te popelen om als eerste docent in het nieuwe collegejaar het ‘Indian summer’-college te geven. Wie anders durft het aan, zonder PowerPoint? Ik gebruik nooit slides: geen plaatjes en geen bulletpoints! Alleen verhalen, mét een begin en een eind. Althans, dat probeer ik. Soms dwaal ik door de zijstraten van de zijstraten. Maar dat hoort bij het vak.
Als een van de weinige docenten die niet met slides werkt, blijk ik ineens een voorsprong te hebben in het amfitheater. Geen gedoe met techniek, geen black-out als de presentatie niet naar de volgende slide wil. Alleen mijn woorden, ik en het publiek.
Hopelijk komt dat publiek wel opdagen, want buiten college geven is best riskant. Er kan een onverwacht buitje vallen, bijvoorbeeld. En wat te doen met de laptops van de studenten? Of gaan ze toch wegdromen bij mijn verhalen over de erfenis van een vermoorde bruid, of over een koppel dat wil scheiden maar niet zonder elkaar kan? De vogelgeluiden dienen als achtergrondmuziek.
En dan is er nog het risico van een onverwachte voorbijganger – een skateboarder, een hond die zijn baasje kwijt is, of misschien zelfs een groepje studenten dat besluit in het gras te gaan chillen tijdens mijn uitleg over een ingewikkelde juridische kwestie. Het amfitheater lijkt dan meer op een buitenbioscoop dan op een collegezaal. Daar gáát de aandacht van mijn studenten.
Maar hé, liever een beetje chaos in het zonnetje dan met z’n allen opgesloten zitten in een collegezaal zonder ramen. Dus ja, geef mij maar dat buitencollege — met een zacht briesje en misschien een fatbike die voorbijraast. Midden in het echte leven: daar passen mijn colleges over erven, sterven, trouwen en rouwen perfect.
Hopelijk genieten de studenten zo van het buitencollege, dat ze niet doorhebben dat ze aan het leren zijn. Dat is uiteindelijk het allerbeste.
Lees alle columns van Lucienne van der Geld