Achterstandsscholen geen baat bij beleidswijziging

16 sep 2011

Scholen met veel allochtone achterstandsleerlingen profiteren niet van de in 2006 ingestelde nieuwe financieringsregels voor het onderwijs, terwijl dat wel de bedoeling was van de beleidswijziging. Dit blijkt uit een deze week gepubliceerd rapport van het ITS van de Radboud Universiteit.

De Haagse hindoebasisschool Shri VishnuBasisscholen krijgen extra geld als zij veel achterstandsleerlingen hebben. Tussen 1985 en 2006 werd dit geld toegekend op basis van het opleidingsniveau én de afkomst van de ouders van leerlingen. Kinderen met één of twee in het buitenland geboren ouders, telden zwaarder mee in de financiering. Deze criteria zijn gewijzigd omdat relatief weinig middelen terecht kwamen bij scholen met veel autochtone achterstandsleerlingen – en daarvan heeft Nederland er globaal net zoveel als allochtone.

Vanaf 2006 wordt het geld alleen op grond van het opleidingsniveau van de ouders toegekend. Dat zou extra geld op moeten leveren voor bijvoorbeeld de plattelandsscholen in gebieden met veel onderwijsachterstand.

Geen extra geld
Het beleid is op dit punt mislukt, blijkt uit onderzoek van Adrie Claassen en Lia Mulder, werkzaam bij het ITS van de Radboud Universiteit Nijmegen. Slechts één procent van deze scholen krijgt door de veranderde regeling substantieel meer geld voor hun achterstandsleerlingen.
Mulder: ‘Omdat het opleidingsniveau van ouders is gestegen, ook op het platteland, vallen veel minder leerlingen op deze plattelandsscholen in de categorie ‘achterstandsleerling’ dan het ministerie vooraf had ingeschat.’
Hoewel er is een duidelijk verband tussen het opleidingsniveau van ouders en de prestaties van hun kinderen is het nog onduidelijk of de prestaties van de kinderen in zijn meegestegen met het opleidingsniveau van de ouders. ‘Dat ligt niet voor de hand in deze korte tijd,’ zegt Lia Mulder. ‘Het zou ook kunnen dat opleidingsniveau in deze economisch zwakke gebieden niet zo’n sterke voorspeller is van schoolsucces.’

Zwarte school
Een kleine tien procent van de scholen krijgt sinds de beleidsaanpassing beduidend minder geld. Dit zijn vooral hindoeïstische en islamitische scholen in de grote steden. De leerlingen van deze scholen zijn vrijwel allemaal van allochtone afkomst. Tot 2006 kregen zij daarom het maximale bedrag uit de pot voor onderwijsachterstanden. Omdat een deel van de ouders van deze leerlingen niet laagopgeleid is, krijgen deze scholen in de nieuwe regeling minder geld.
Voor de meeste scholen valt de pijn mee, omdat zij via de impulsregeling financieel zijn gecompenseerd. Dat is een regeling die extra geld toekent als in het postcodegebied waarin een school staat het gemiddelde opleidingsniveau laag is en de werkloosheid hoog.
‘Er zijn ongeveer 175 scholen met veel achterstandsleerlingen die niet in een impulsgebied liggen. Die krijgen nu flink minder geld.’ / Iris Roggema

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!