‘Decentrale selectie is een goed alternatief voor loting’

30 jan 2019

De bachelors geneeskunde, tandheelkunde en biomedische wetenschappen stapten de afgelopen jaren over van loting op decentrale selectie. Wat zijn de resultaten? Roland Laan, onderwijsdirecteur van het Radboudumc: ‘Dat decentrale selectie brave, witte meisjes zou bevoordelen is veel te kort door de bocht.’

Jarenlang was toelating tot studies als geneeskunde een kwestie van gewogen loting: op basis van de eindexamencijfers werden middelbare scholieren in een lotingsklasse geplaatst. Hoe hoger het cijfer, hoe meer kans op een plekje bij hun felbegeerde studie.

Totdat Haagse politici besloten daar verandering in te brengen. Goed gekwalificeerde en gemotiveerde studenten die jaar na jaar door het toeval werden uitgeloot, dat kon niet de bedoeling zijn, redeneerden ze. Sinds 2000 kregen studies daarom de kans om hun selectie voor maximaal de helft ‘decentraal’ te doen: via een selectieprocedure. Sinds 2017 is decentrale selectie verplicht – loting is niet meer toegestaan in Nederland. Wat is het effect?

‘Dat decentrale selectie brave, witte meisjes zou bevoordelen is te kort door de bocht’

Roland Laan is als onderwijsdirecteur van het Radboudumc verantwoordelijk voor de studies geneeskunde, tandheelkunde en biomedische wetenschappen, die alle drie selectie toepassen. Hij herkent de zorgen die AKKUraatd vorige week uitte in een brief naar het college van bestuur, maar dat decentrale selectie brave, witte meisjes zou bevoordelen vindt hij ronduit ‘te kort door de bocht’.

‘Neem geneeskunde’, zegt Laan. ‘Al sinds jaar en dag is zo’n zeventig procent van de scholieren die zich aanmeldt vrouw. Na selectie loopt dat nog een paar procent op: vrouwen doen het in de selectie gemiddeld iets beter dan mannen. Etniciteit mogen we niet meten, en ik zou niet weten hoe je ‘braafheid’ moet bijhouden.’

Cijfers

Wel zegt Laan dat het goed is om te kijken wélke selectiecriteria je hanteert. Elke bachelor moet ten minste twee criteria gebruiken. Maximaal één daarvan mag zich op de cognitieve vaardigheden richten. De non-cognitieve aspecten zijn ook belangrijk.

‘Het lijkt misschien logisch om cijfers en motivatie als uitgangspunten te nemen’, zegt Laan. ‘Maar eindexamencijfers kunnen niet meer gebruikt worden omdat de uitslag van de selectie eerder bekend moet zijn. En de cijfers van 5 vwo voorspellen het eindexamencijfer en het studiesucces onvoldoende. Een cv of sollicitatiegesprek net zo min.’

Het Radboudumc hanteert drie elementen in de selectieprocedure. Eerst maken de kandidaten een huiswerkopdracht, waarvoor ze zich in hun toekomstige studie verdiepen en reflecteren op hun geschiktheid voor de studie. Dan wordt getoetst hoe leerlingen hun kennis van biologie, natuurkunde en scheikunde kunnen toepassen. Bij geneeskunde moeten scholieren ten slotte op fictieve medische situaties reageren. Aspirant-tandartsen krijgen een handvaardigheidsoefening en kandidaten voor biomedische wetenschappen moeten vragen over een wetenschappelijk artikel beantwoorden.

‘Onze procedure vraagt ongeveer twintig uur van scholieren. Dat vinden we acceptabel’

De keuze voor dit soort tests is gebaseerd op internationaal onderzoek, zegt Laan. Al blijft het lastig om het effect op studiesucces precies te meten. ‘In de tussenperiode – waarin de helft van de studenten via selectie binnenkwam – bleek dat onze toenmalige decentrale selectie vooral toegevoegde waarde had voor leerlingen met minder dan een 7,5 gemiddeld op hun eindexamens. Nu is dat nog niet opnieuw onderzocht, maar we weten wel dat slechts 5 procent van onze studenten een negatief BSA krijgt, terwijl dat universiteitsbreed zo’n 15 procent is.’

Vormen al die selectieprocedures niet een te hoge drempel voor scholieren? Nee, zegt Laan. ‘Het is belangrijk om te kijken wáárom we selecteren, maar in het geval van onze studies kunnen we niet anders. Anders zitten we straks met veel te veel dokters en tandartsen. Daarbij: onze procedure vraagt ongeveer twintig uur van de scholieren. Dat vinden we een acceptabele investering.’

Selectietrainingen

Wel deelt Laan de kritiek van AKKUraatd dat particuliere ‘selectietrainingen’ – die vwo-scholieren zouden voorbereiden op hun testen – een onwenselijke ontwikkeling zijn. ‘We ontraden leerlingen sterk om mee te doen en we werken in geen enkel opzicht samen met de trainingscentra. Maar we kunnen het ze helaas niet verbieden.’

De onderwijsdirecteur overweegt niet om zelf trainingen aan te bieden, zoals AKKUraatd suggereert. ‘De werkdruk van de docenten is al hoog genoeg. We geloven ook niet dat zo’n training nodig is – of dat het überhaupt werkt.’

1 reactie

  1. beta schreef op 30 januari 2019 om 10:53

    Dit is interessant. Roland Laan zegt dat cv’s en gesprekken geen voorspellende waarde hebben. Bij psychologie (en ook bij de RHA) werden motivatiebrieven respectievelijk die gesprekken juist als innovatie bestempeld. Moet er misschien bij Psychology en Biology ook decentrale selectie worden ingesteld?

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!