‘Docenten zien taalvaardigheid als een knelpunt bij studenten’

07 mrt 2022

De taalvaardigheid van veel studenten laat te wensen over. Gaat het taalniveau van studenten omlaag of is dit probleem van alle tijden? De universitaire commissie Taalbeleid vroeg docenten waar de knelpunten zitten. ‘Ze hebben moeite met redeneren en structuur aanbrengen.’

Afgelopen najaar zette de commissie Taalbeleid een enquête uit onder alle Radboud-docenten, over de taalvaardigheid van studenten. ‘De uitkomsten zijn niet wereldschokkend, maar laten wel zien dat aandacht nodig is’, zegt Inez Vereijken, projectleider taalbeleid bij Academic Affairs. ‘Het beeld dat we al hadden werd bevestigd: docenten zien taalvaardigheid als een knelpunt bij studenten, met name de schrijfvaardigheid. Dat zien we ook terug in de resultaten van de taaltoetsen.’

Van de ruim 2000 docenten die benaderd werden, vulde zo’n dertig procent de vragenlijst in. Er deden docenten mee van alle faculteiten.

Middelbaar onderwijs

De commissie wilde vooral inzicht krijgen in de ervaringen en wensen van docenten, zegt Franke Teunisse, programmamanager toetsing bij Radboud in’to languages. ‘Zij geven aan dat studenten vaak niet op het gewenste taalniveau zitten als ze instromen op de universiteit. Ze hebben moeite met redeneren en structuur aanbrengen, terwijl dat belangrijke vaardigheden zijn.’

Volgens Teunisse wordt er vaak beschuldigend gewezen naar de middelbare scholen, maar ook de universiteit heeft een taak in het verbeteren van taalvaardigheid. ‘Het is soms de vraag of we wel scherp hebben wat studenten nou echt moeten kunnen bij binnenkomst: waar eindigt het voortgezet onderwijs en begint academisch onderwijs? Je hoort weleens dat het voortgezet onderwijs niet goed genoeg zou zijn, maar ik weet niet of dat zo is. Er moet op de universiteit ook nog aan die taalvaardigheid geschaafd worden.’

Wel is er in het middelbaar onderwijs veel aandacht voor tekstverklaring en minder voor schrijfvaardigheid, vervolgt ze. ‘Dat noemen we het backwash-effect: omdat het eindexamen is gericht op tekstverklaring, krijgt dat onderdeel de meeste aandacht in de lessen.’ Het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (Cito) onderzoekt nu mogelijke alternatieve examenprogramma’s, om leerlingen beter voor te bereiden op het wetenschappelijk onderwijs.

Hardnekkig idee

Er heerst een hardnekkig idee dat de taalvaardigheid van studenten steeds verder achteruit zou gaan. Jongeren zouden steeds nonchalanter met taal omgaan, hoort ook Teunisse met regelmaat. ‘Maar dat idee is eigenlijk van alle tijden. In 1981 ging er een notitie naar de Tweede Kamer, waarin stond dat er in het basis- en voortgezet onderwijs steeds slechter Nederlands werd geschreven. Er is vaak vastgesteld dat leerlingen moeite hebben met spelling, grammatica en zinsopbouw. Maar of die vaardigheden minder worden weten we niet.’

‘Het idee dat jongeren steeds nonchalanter met taal omgaan is eigenlijk van alle tijden’

Waar komt dat gevoel dan vandaan? Taal verandert altijd, zegt Teunisse. ‘De schoolpopulatie wordt natuurlijk diverser: er zijn meer kinderen met een anderstalige achtergrond. Bovendien heeft iedereen tegenwoordig spellingcontrole op zijn computer en telefoon. Daardoor zien jongeren misschien geen noodzaak om zelf de regels te leren. Maar er is nog geen onderzoek dat aantoont dat het taalniveau ook echt omlaag gaat.’

Het is wel duidelijk dát een slechte taalvaardigheid een probleem is, vult Vereijken aan. ‘Binnen een academische opleiding moet je goed kunnen redeneren, samenvatten en kritisch analyseren. Als je daar veel moeite mee hebt, maakt dat je studie veel zwaarder.’

Taalbeleid

De universiteit heeft de afgelopen jaren beleid ontwikkeld om studenten te helpen met zowel hun Engelse als hun Nederlandse taalvaardigheid. ‘We bieden instrumenten aan waarmee studenten gedurende hun hele studie aan hun taalvaardigheid kunnen blijven werken’, zegt Vereijken.

Ook is er steeds meer samenwerking tussen universiteit en middelbare scholen. Teunisse: ‘We voeren veel gesprekken met middelbareschooldocenten. Zij zien dat we in Nijmegen veel aandacht besteden aan taal en willen hun vijfde- en zesdeklassers daarop voorbereiden. Dat vinden wij natuurlijk een goede ontwikkeling.’

‘Op sommige faculteiten moet je een voldoende halen voor de taaltoets, maar bij de meeste is het puur een hulpmiddel’

Teunisse was betrokken bij de ontwikkeling van de diagnostische taaltoets voor eerstejaarsstudenten, die vanaf komend studiejaar verplicht is aan de Radboud Universiteit en op alle faculteiten wordt afgenomen. ‘Op sommige faculteiten (zoals letteren en rechten, red.) moet je een voldoende halen, maar bij de meeste opleidingen is de toets puur een hulpmiddel’, vertelt ze. ‘Als blijkt dat je taalvaardigheid nog niet optimaal is kun je extra hulp krijgen.’ Zo kunnen studenten bijvoorbeeld verschillende cursussen volgen.

Komend voorjaar worden er weer taaltoetsen afgenomen. De faculteit letteren onderzoekt onder leiding van hoogleraar Nederlands en Academische communicatie Marc van Oostendorp dan of de resultaten zijn veranderd ten opzichte van vorige toetsen. Ook wil Teunisse met haar collega’s de uitkomsten vergelijken met andere schrijfproducten van studenten. ‘We beginnen nu met een onderzoek dat doorloopt tot 2025, waarin we kijken naar de resultaten op de taaltoetsen, en de samenhang met het taalgebruik in essays en scripties. Zo krijgen we hopelijk een goed beeld van hoe het nou echt met die taalvaardigheid gesteld is.’

5 reacties

  1. C. Paap-ter Horst schreef op 11 maart 2022 om 09:30

    Laten we de stelling: “het idee dat jongeren steeds nonchalanter met taal omgaan is eigenlijk van alle tijden” even loslaten en ervan uitgaan dat er wel degelijk een achteruitgang heeft plaatsgevonden. Is het dan niet logisch dat we kijken naar het vroegste moment in de ontwikkeling van een kind waarin we kunnen ingrijpen? Het gaat hier om de BASIS-vaardigheden, die thuishoren op de BASIS-school. Dat is waar het mijns inziens dan ook al enige tijd fout gaat. Om taal goed te beheersen moet je ermee oefenen, in zoveel mogelijk contexten, met zoveel mogelijk anderen, en wel zo vroeg mogelijk. Om logische structuren in het denken aan te brengen, ook bij taal, hebben we daarnaast de echte basis van het rekenen nodig, gestructureerd, binnen een logische context.
    Mijn ervaring is inmiddels dat beide onderdelen van de basis fundamenteel achterblijven, doordat de nadruk ligt op hokjesdenken (taal en rekenen worden nu vaak opgedeeld in regeltjes, voor elk regeltje een ander hokje) en werken op de computer (zowel bij het aanbieden als bij het remediëren). Laten we jonge kinderen weer lesgeven op een manier die aansluit bij het jonge kind, met beweging, dingen die ze kunnen vastpakken, met verhalen en gesprekken, enzovoort. Hiermee leggen we een stevigere, completere en meer bruikbare fundering, waarna de rest gewoon veel makkelijker wordt.
    Ik was zelf geshockeerd door het niveau van Nederland na mijn terugkeer uit Engeland. Nu begrijp ik dat deze achteruitgang ook al is doorgedrongen tot de hogere niveaus van ons onderwijs en dat er serieus onderzoek naar wordt gedaan. Het lijkt of niemand durft te kijken naar wat er vóór de middelbare school gebeurt, terwijl volgens mij juist daar de meeste winst valt te behalen. Het houdt dan wel in dat veel onderwijsgevenden in het bo zich zullen moeten bijscholen, de pabo-opleidingen hun inhoud moeten aanpassen, uitgeverijen hun lesmethodes moeten herschrijven (of wellicht deels overbodig worden) en dus veel mensen hun lange tenen moeten intrekken. Wat ik nu zie is dat veel mensen heel hard werken met de neus de verkeerde kant uit. Veel energie wordt verspild en we gaan steeds verder achteruit. Voor een economie die gebaseerd is op kennis is dat funest. Het minste wat we kunnen aanbieden aan onze toekomstige generaties is een complete, coherente basis. Zonder echte basiskennis en -vaardigheden glijdt Nederland vanzelf het afvoerputje in, we zijn per slot van rekening maar een heel klein vlekje op deze aarde. Om overeind te blijven moeten we dus zorgen dat dit werkt. Wie durft? Wie neemt de uitdaging aan?

    • Yamina schreef op 17 augustus 2022 om 15:17

      Je hebt het hier over de basis! Kinderen haken af bij de ingewikkelde taalregels en de hoeveelheid uitzonderingen. Begin maar eerst met een duidelijke basis in de taal. Het onderwijzen is het punt niet. Slimme mensen met niet Nederlandse afkomst worden afgerekend op de taal. Zonde van de kennis!

  2. Ruud Abma schreef op 11 maart 2022 om 09:56

    Goed leren schrijven is wezenlijk voor alle academici. In mijn boek ‘Denken als ambacht’ (Valkhof Pers, 2020) leg ik uit waarom. Wat me in bovenstaand artikel verbaast is dat de grootschalige verengelsing van het universitaire discours niet in de analyse wordt meegenomen. De kwaliteit van het Nederlands lijdt eronder en in het Engels wordt het niveau van de ‘native speaker’ nooit gehaald. Tel uit je winst!

    • Een geneeskundestudent schreef op 11 maart 2022 om 18:43

      U bedoelt wellicht ’tel je winst uit’? Werkwoordspelling is wel relevant in het kader van taalvaardigheid.

  3. T.A. Zweers-Rasing schreef op 19 april 2022 om 16:26

    Ik onderstreep de reactie van C. Paap-ter Horst volledig. Als ik de reactie lees van een student geneeskunde, die kennelijk nooit gehoord heeft van de uitdrukking : ” Tel uit je winst.”
    Bedroevend. Ja, ook in geschrift bij academici kom ik spellingsfouten tegen. Voltooid deelwoorden worden regelmatig fout geschreven. De ik-vorm: ik vindt. Doet pijn als ik het zie.
    Er is gesleuteld aan de opleidingen. Dat heeft in mijn opinie de daling van het niveau tot gevolg.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!