Een schrijver leeft vooral in zijn hoofd

21 nov 2013

Frans Kusters, schrijver en docent bij de rechtenfaculteit, overleed een jaar geleden. Collega-schrijvers brachten gisteravond een ode aan hem in Het Badhuis. Verslaggever en schrijver Joep aan den Boom probeerde dingen te zien die er niet waren.

Schrijver Thomas Verbogt presenteerde gisteren in Het Badhuis zijn nieuwe boek, over zijn vriendschap met Frans Kusters. / Foto: Erik van 't Hullenaar
Schrijver Thomas Verbogt presenteerde gisteren in Het Badhuis zijn nieuwe boek, over zijn vriendschap met Frans Kusters. / Foto: Erik van ’t Hullenaar
Veel werk van Frans Kusters heb ik niet gelezen. Ik schaamde me een beetje diep. Gelukkig was het donker in de zaal van Het Badhuis en tot de nok toe gevuld met 50-plussers. Het wondergezwel, zoals Tonnus Oosterhoff Kusters’ werk gisterenavond beschreef op het Wintertuinfestival, viel haast niet te duiden. Frans Kusters (gisteren precies een jaar geleden overleden) debuteerde in 1975 met de verhalenbundel De reis naar Brabant en wordt geroemd om zijn onnadrukkelijke en sublieme manier van schrijven. Vaak tegen het absurdistische aan, maar altijd helder verwoord. Ik ben recentelijk naar Eindhoven verhuisd en moest die avond nog terug.Op de weg naar het station meende ik in Bakkerij Bereket aan de Daalseweg een vrouw in een bikini te zien. Achter haar een grote getatoeëerde man met een baby op zijn arm. Ik bleef even stil staan, knipperde met mijn ogen en zag een lege bakkerij. Ik glimlachte naar de hemel en liep verder richting het station van Nijmegen. De regendruppels spatten op mijn voorhoofd uiteen. Zoals Willem Claassen, medewerker van het Wintertuinfestival en auteur van de roman Park, in zijn roadtrip naar Beuningen op zoek ging naar Kusteriaanse taferelen, zo hoopte ik ook om op mijn voettocht naar de trein richting Eindhoven het surrealisme van Kusters te mogen aanschouwen. De plassen regenwater werden spiegels en bij elk zuchtje wind meende ik een vertrouwenscoach die actief is in de regenboogklasse zeilen te horen praten. ‘Een schrijver leeft vooral in zijn hoofd’, citeert Willem Claassen Kusters als hij het heeft over het voorval met Jos Joosten, voormalig directeur van de Wintertuin en hoogleraar Nederlandse letterkunde. Joosten had Kusters aangekondigd als ‘de Nijmeegse schrijver Frans Kusters’ in een folder van de Wintertuin. Hij ontving een boze brief van Frans. ‘Een schrijver uit Amsterdam noem je toch ook geen Amsterdamse schrijver?!’, had Kusters gereageerd. Het doet er niet toe waar je leeft als schrijver, aldus Kusters. Een schrijver leeft vooral in zijn hoofd. In gedachten verzonken sla ik af richting het Keizer Karelplein. Ik ben druk bezig met dingen proberen te zien die er niet zijn. Een wondergezwel te kweken en het universum van Kusters te betreden. Het lukt me niet. Ik wil een sigaret opsteken, maar ik rook niet meer. Ik doe alsof. De regen spat nu harder op mijn hoofd uiteen dan een kwartier geleden en ik krijg hoofdpijn en koude voeten. Op de Oranjesingel kijk ik een kleine huiskamer binnen. Ik zie een forse man met rood stekeltjeshaar kaarsjes aansteken. Hij neemt plaats op zijn pastelroze leren bank en kijkt naar zijn televisiescherm. Goede Tijden Slechte Tijden op RTL gemist. Ik frons. Op zijn behang zie ik Feyenoord-embleempjes. / Joep aan den Boom Schrijver Thomas Verbogt presenteerde gisteren in Het Badhuis zijn nieuwe boek Eerste licht boven de stad, over zijn vriendschap met Frans Kusters. Uitgeverij De Bezige Bij.  

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!