Eerste vrouwelijke Spinozawinnaar verlaat campus
Ze keert terug naar haar geboorteland Australië, even strijdbaar als toen ze een kleine twintig jaar geleden naar Nijmegen kwam. Rond dit moment begint Anne Cutler, directeur van het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek en hoogleraar Vergelijkende taalpsychologie, haar afscheidsrede in de aula. ‘De wil om iets aan de scheve verdeling tussen mannelijke en vrouwelijke hoogleraren te doen, is er nu meer dan toen.’ Bij het winnen van de Spinozapremie in 1999 liet Cutler zich in een interview met Opzij opvallend kritisch uit over de positie van vrouwelijke wetenschappers in Nederland. ‘Ik zou wel eens willen weten hoe Nederlandse vrouwen zich hieronder voelen. Hoe vinden zij het dat een Australische de slimste vrouw van Nederland wordt genoemd? Een beetje beledigend, toch?’ Ze was de eerste vrouw die de Spinozapremie won en noemde zichzelf een ‘hoe heet dat ook al weer in het Nederlands? O ja, een excuustruus. Ha, ha wat een mooie term is dat hé?’ Het was haar wel duidelijk dat wetenschapsorganisatie NWO dat jaar op zoek was naar een vrouw. Dat zij die vrouw was, daar maakte ze geen punt van. ‘Ik vind het helemaal niet erg om een prijs te krijgen mede omdat ik een vrouw ben. Hoe vaak gebeurt het niet dat mannen in de prijzen vallen mede omdat ze een man zijn. Dat gebeurt dag in dag uit, over de hele wereld, en niemand kijkt ervan op’. Nu, dertien jaar verder, is ze onverminderd fel in haar bewoordingen. De situatie is wel verbeterd sinds de dag dat ze in 1993 voet op Nederlandse bodem zette. ‘Ik dacht dat alles in Nederland perfect geregeld was. Dat is althans het beeld dat het buitenland vaak heeft van Nederland. Dat er zo weinig vrouwelijke wetenschappers waren, heeft me echt verbaasd.’ En dat doet het in feite nog steeds, al is ze vol lof over de vaart die het college van bestuur zet achter het behalen van de streefcijfers voor vrouwelijke wetenschappers. ‘De wil om iets aan de scheve man-vrouwverdeling te doen, is er nu meer dan toen.’ We weten nu ook beter hoe het komt dat het zo moeilijk is om iets aan de situatie te veranderen, zegt Cutler. Het heeft te maken met onze manier van denken. ‘De eigenschappen van de menselijke cognitie die het brein zo efficiënt maken, leiden er ook toe dat we discrimineren. Wij zijn in staat om snel een patroon te herkennen, we plaatsen informatie meteen in een groter kader, kortom: we generaliseren. Dat maakt ons efficiënte denkers. Als we het woord professor horen dan zien we daarom een man voor ons. Dat is gewoon statistisch denken. Maar het betekent ook dat de scheve verhouding tussen mannen en vrouwen in de wetenschap niet zomaar verandert. Alleen met positieve discriminatie kun je het patroon veranderen en dus ook onze gedachten over wetenschap als een mannelijke bezigheid.’ Cutler wordt hoogleraar aan de University of Western Sydney. Of daar meer vrouwen zijn? Cutler denkt even na, somt dan op: de rector-magnificus is een vrouw, net als het hoofd personeelszaken ‘ook heel belangrijk voor een betere doorstroming van vrouwen’, in het instituut waar Cutler gaat werken, bestaat het team uit vier mannelijke en drie vrouwelijke hoogleraren. En ook de regering heeft vrouwen op belangrijke posities, benadrukt Cutler, zoals de post van minister-president en die van gouverneur-generaal. De gouverneurs van verschillende deelstaten zijn vrouw, de burgermeester van Sydney is een vrouw. Cutler wordt enthousiaster naarmate ze meer vrouwelijke bestuurders opsomt. ‘Ja, je kunt denk ik wel zeggen dat ik naar een land ga waar het beter is gesteld met vrouwen op hoge posities.’ /Martine Zuidweg, foto: Erik van ‘t Hullenaar
AMvK schreef op 21 september 2012 om 19:18
Ben ik de enige die wel wat had willen lezen over waar Cutler dan zo goed in was/is? Iets over haar wetenschappelijke verdiensten dus? Ipv alleen maar over dat ze een vrouwelijke hoogleraar is?