Fair Trade kan zichzelf nog niet opheffen
Vroeger moest je voor ‘zuivere koffie’ bij Max Havelaar/ Fair Trade zijn, tegenwoordig kopen A-merken als Starbucks en Douwe Egberts ook steeds meer in bij lokale koffieboeren. En ook duurzame chocola verovert de markt. Een goede ontwikkeling, vindt Ruerd Ruben, hoogleraar Effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Maar ondanks dat succes kan Fair Trade kan nog lang niet worden opgeheven. Ruben: ‘De Fair Trade organisatie richt zich steeds weer op nieuwe kleine producenten aan de onderkant van de markt. En dat blijft nodig.’
De eerste week van november staat in het teken van Fair Trade; Nederland wordt dan aangespoord om producten met dat label op de boodschappenlijst te zetten. Maar is dat nog wel nodig? Ruben: ‘Fair Trade is een middel om lokale producenten een eerlijke prijs voor hun producten te bieden. Als de A-merken die eerlijke prijs betalen, kan Fair Trade zich weer richten op nieuwe producenten. Eerlijke handel bereikt de armste koffieboeren. Het stelt hen in staat een systeem op te zetten waardoor ze toegang krijgen tot de wereldmarkt. Daarnamee worden ze interessant als leverancier van (duurzame) A-merken. Dat weten we uit onderzoek in Noord Nicaragua, en het wordt bevestigd door nieuw onderzoek onder koffieproducenten in Kenia en Oeganda. ‘
De komende maanden eten we allemaal ‘eerlijke’ chocoladeletters; daar heeft Oxfam Novib vorig jaar succesvol actie voor gevoerd. Komt ook wel door een gedeeld belang van afnemer en producent, weet Ruben: ‘Grote merken als Nestlé en Verkade hebben belang bij vernieuwing van de cacaobomen op de verouderde plantages in Ivoorkust en Ghana. Door te investeren in nieuwe aanplant wordt zowel de toekomst van de boeren als de leverantie van cacao veilig gesteld. Beiden hebben er profijt van. De rekening betaalt Sinterklaas.’
Prof. Ruerd Ruben is als ontwikkelingseconoom direct betrokken bij processen van armoedebestrijding, boerenorganisatie en plattelandsontwikkeling. Hij verricht veldonderzoek naar de rol van ondernemerschap in het midden- en kleinbedrijf van ontwikkelingslanden en de mogelijkheden voor deelname van kleine boeren en coöperaties in (inter)nationale handelsnetwerken. Recent publiceerde hij in Science over de voorwaarden voor armoedebestrijding via voedselmarkten.