Groeistoornis Perlman al tijdens zwangerschap te zien
Sommige baby’s groeien zo hard dat ze er al gauw aan sterven. Dat heet het Perlman-syndroom, een zeldzame, maar afschuwelijke aandoening die baby’s zelden ouder laat worden dan een maand. Een internationale groep onderzoekers, waaronder Radboud biochemicus Ger Pruyn, heeft nu ontdekt welk gemuteerd gen er voor verantwoordelijk is. Dat maakt direct prenatale DNA-screening mogelijk. Nature Genetics publiceerde het resultaat op 5 februari.
Baby’s met het Perlman-syndroom zijn groot bij de geboorte, hebben abnormaal grote organen, karakteristieke gezichtsvervormingen en nierafwijkingen. Ze sterven vaak gedurende de eerste levensmaand. De kinderen die het overleven hebben een zeer hoog risico om kanker te ontwikkelen. De genetische aandoening, die er voor zorgt dat kinderen zich ‘kapot groeien’, komt gelukkig maar weinig voor. De schatting is één per miljoen geboortes.
Verstoord
De onderzoekers hebben nu het gen ontdekt dat bij deze kinderen verstoord is. Het codeert voor een eiwit, het DIS3L2-enzym dat RNA-moleculen af kan breken. Bij Perlmanpatiënten werkt dit enzym niet en daardoor lijken op hun beurt andere genen in hun werk verstoord te raken. En dat heeft dan weer diverse gevolgen voor de ontwikkeling van het embryo en leidt bovendien tot een sterk verhoogde kans op kanker.
Prenatale diagnostiek
‘Vanuit medisch oogpunt is de ontdekking dat mutaties in het DIS3L2 gen verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van het Perlman-syndroom het belangrijkst. Je kunt nu direct prenatale DNA-diagnostiek doen. Dit betekent dat ouders die een verhoogde kans hebben op een kind met het syndroom er al vroeg in de zwangerschap achter kunnen komen of de foetus hieraan lijdt,’ zegt professor Ger Pruyn, die werkt bij het Nijmegen Centre for Molecular Life Sciences van de Radboud Universiteit.
Sleutelrol bij celdeling
‘Voor mijn vakgebied is de belangrijkste vinding dat DIS3L2 een cruciale rol speelt bij de regulatie van de celdeling. Met experimenten met een celkweeksysteem konden we aantonen dat DIS3L2 werkt als een tumoronderdrukker. Deze biochemische en celbiologische gegevens sluiten prima aan bij het klinische beeld van het Perlman-syndroom: een verstoring van de regulatie van de celdeling kan leiden tot problemen bij de embryonale ontwikkeling en tot tumorgroei.
Voor ons is nu de uitdaging om op te helderen wat het moleculaire mechanisme is dat hier aan ten grondslag ligt: welke RNA-moleculen worden door DIS3L2 afgebroken? En hoe beïnvloeden die moleculen de expressie van de celdeling-regulerende eiwitten?’/ Iris Roggema