Hoe krijg je kinderen in ontwikkelingslanden naar school?
66 miljoen kinderen in ontwikkelingslanden gaan niet naar school. Econome Janine Huisman bracht in kaart waarom een hogere onderwijsdeelname – de sleutel tot economische groei, een betere gezondheid en overlevingskansen van kinderen – er niet overal van komt. Zij promoveert 29 september aan de Radboud Universiteit.
Landen hebben er veel aan als de bevolking beter is opgeleid. En dat werkt niet pas vanaf hbo-niveau: het verschil tussen helemaal geen onderwijs en basisschool plus liefst nog een paar jaar middelbare school is al groot. ‘In gebieden waar mensen enige opleiding genoten hebben, gaat het beter met de gezondheid van en de sterftecijfers onder kinderen’, weet Janine Huisman.
Gebrek aan (goed) personeel
Stimuleren dus, die onderwijsdeelname! Maar wie dat wil, zal toch eerst de belemmerende factoren moeten kennen. Huisman bracht die voor ruim 500 regio’s verdeeld over 36 ontwikkelingslanden in kaart. Zo blijkt dat er in veel landen wel scholen gebouwd worden, maar dat in afgelegen gebieden nauwelijks leraren te krijgen zijn, zeker geen goed geschoolde. Dat laatste hoeft echter geen probleem te zijn, stelde ze vast: ‘De kwaliteit van het onderwijzend personeel maakt voor het effect van scholing minder uit dan de aanwezigheid. Landen en regio’s kunnen beter zorgen dat er íemand is die les geeft dan dat ze per se een gediplomeerde leraar voor de klas willen hebben.’
Op school blijven
Naar school gaan is één ding, daar blijven weer wat anders: de overgang van basisschool naar middelbare school blijkt overal hét moment te zijn waarop veel kinderen afhaken. ‘Soms is een kind thuis nodig, daar kan een overheid weinig aan doen. Maar vaak is de middelbare school moeilijker te bereiken en dat geeft dan net de doorslag. Een simpele oplossing, waar men in Turkije goede ervaringen heeft, is dan om de duur van de basisschool te verlengen.’
Meisjes en moeders
Voor de onderwijskansen van meisjes is de invloed van hun moeders van groot belang. ‘Hoe meer opleiding moeders hebben gehad, des te beter zijn de onderwijskansen voor hun dochters. Zijn moeders niet opgeleid, dan kun je daar als overheid niks aan doen, maar het kan wél effectief zijn om moeders bewust te maken van het belang van scholing van al hun kinderen, ook hun dochters.’
In de praktijk
Omdat Huisman en haar promotiebegeleider Jeroen Smits willen dat hun onderzoeksresultaten in de praktijk gebruikt kunnen worden, werken ze aan het opzetten van een database die beleidsmakers in ontwikkelingslanden helpt bij het in kaart brengen van de problemen met onderwijsdeelname in hun regio. / Anja van Kessel