Steeds meer Nederlandse studenten studeren een periode in het buitenland met een Erasmusbeurs, liet de Europese Commissie gisteren weten. Maar volgens de Universitaire Studentenraad (USR) valt er aan de Radboud Universiteit op het gebied van internationalisering nog veel winst te behalen. Onlangs bracht de taskforce internationalisering van de USR daarom een advies uit aan alle faculteiten. Uit cijfers die de Europese Commissie gisteren naar buiten bracht bleek dat in collegejaar 2010-2011 8590 Nederlandse studenten een periode in het buitenland hebben gestudeerd met een Erasmusbeurs. Een stijging van 11,9 procent ten opzichte van het jaar daarvoor, toen 7678 Nederlandse studenten met een Erasmusbeurs naar het buitenland gingen. Populairste bestemming? Spanje, op de voet gevolgd door de UK en Duitsland. Winst Toch vindt de USR dat er aan de Radboud Universiteit veel winst te boeken is wat betreft internationalisering. Daarom werd daarvoor begin dit jaar een taskforce opgericht. In november deed die taskforce een enquête onder alle Facultaire Studentenraden en alle opleidingscommissies, waarin werd gevraagd naar de stand van zaken. Naar aanleiding daarvan werd onlangs een aanbeveling geschreven voor het college van bestuur en de verschillende faculteiten. Belangrijkste bevinding: er wordt niet goed gecommuniceerd over internationalisering. En ook de inbedding van een buitenlandverblijf in het curriculum laat te wensen over. Verschil Daphne Beunk, voorzitter van de taskforce: ‘De mogelijkheden om een periode in het buitenland te studeren verschillen enorm per faculteit en zelfs per opleiding. Studenten hebben daardoor niet zoveel aan algemene informatie. Ze hebben concrete en opleidingsspecifieke informatie nodig. Daar ontbreekt het nu vaak aan.’ Contact De taskforce ontdekte ook dat de informatie die er is niet altijd goed vindbaar is. Beunk: ‘Alle faculteiten hebben een international office, maar lang niet alle studenten weten dat te vinden. Daarom zeggen wij: betrek studieadviseurs en docenten. Zij staan in direct contact met de studenten. Geef hen daarom een rol in de informatievoorziening.’ Advies Zij kunnen studenten bovendien helpen met het inbedden van een buitenlandverblijf in het curriculum. Beunk: ‘Docenten hebben contact met onderwijsinstellingen en instituten in het buitenland binnen hun vakgebied. Zij kunnen studenten dus heel goed adviseren waar ze cursussen kunnen volgen die een op een geruild kunnen worden met cursussen in het eigen curriculum.’ De taskforce heeft erop aangedrongen dat alle faculteiten nu individueel een plan ontwikkelen omtrent de aanpak van internationalisering. Verwacht wordt dat ze daar de komende maanden mee aan de slag gaan. / Bregje Cobussen