Joep Bos-Coenraad: Een leven lang lappen
Ronald Plasterks belangrijkste excuus om tweede studies onbetaalbaar te maken tijdens Balkenende IV, was om in ruil studies betaalbaar te maken voor dertigplussers. Best een verdedigbaar doel lijkt me zo: geef alle Nederlanders, ongeacht hun leeftijd, het recht om betaalbaar één bachelor en één master af te ronden, in plaats van iedereen tot dertig jaar zoveel als ze willen en daarboven niemand.
Overigens geloof ik nooit dat de extra kosten van de gemotiveerde studenten, die nog een tweede studie willen volgen, niet zullen opwegen tegen de maatschappelijke meerwaarde (let wel, het gaat hier überhaupt niet om studiefinanciering en de OV-kaart, die golden altijd al alleen maar voor één studie). Maar in een tijd waarin redelijkheid en toekomstvisie er niet echt toe doen, zal ik daar niet over zeuren. Er moet meer bijgelapt worden, dus wie maken we het bokje?
Nou de tweede studie-studenten dus. Daar waren we toch in 2009 met Plasterk al uit? Ha, mooi niet! Halbe Zijlstra zou koning Zijlstreek niet zijn als hij de dertigplussers niet ook stevig te grazen wist te nemen. Want wat doen dertigplussers? Zij hebben huizen, auto’s en koters en die kosten geld. Daarom studeren dertigplussers over het algemeen in deeltijd, naast hun baan. Maar al deze deeltijdstudenten krijgen vanaf volgend jaar een onfatsoenlijk gepeperde langstudeer-rekening voor hun investeringen in henzelf en onze maatschappij voorgelegd. De langstudeerboete ontziet immers NIEMAND. ‘Ja, we zouden misschien wel willen, maar daar hebben we het geld niet voor’, is het steevaste kulargument tegen alle gegronde kritiek.
Het argument waarmee veel kortzichtige politici en burgers zich om de tuin hebben laten leiden, is dat de bakker en de fietsenmaker zouden betalen voor de studies van de arts en de advocaat. Als zij ongegeneerd van hun studie een potje maken, dan kost dat wel geld, maar levert dat niks op. De werkelijkheid is helaas niet zo simpel als de projectie van Zijlstra.
Het probleem van Zijlstra’s langstudeerboete is dat het een door de onderbuik gevoed doel op zich is geworden, in plaats van een middel om lanterfanterende studenten te straffen/motiveren (s.v.p. doorhalen wat het minst van toepassing is). Maar op zo’n manier ontstaan natuurlijk nooit treffende maatregelen. Dus laten wij, verstandige mensen, toch even een stap terugdoen, terug naar waar het werkelijk om ging: het aanpakken van het kundig geframede prototype van de luie zuipstudent, die wel veel geld kost maar weinig oplevert.
Een student die, door een bijbaan, een bestuursfunctie, ziekte, kind, of door wat voor oorzaak dan ook, maar een percentage van het programma volgt, maar alles met goede inzet in één keer haalt, kost het systeem maar een percentage. Als we daarentegen studenten die zich wel inschrijven voor vakken, maar deze (bij gebrek aan inzet) niet halen, kunnen ‘ontmoedigen’, bereiken we ons doel veel beter en sneller en sparen we de hardwerkende Nederlanders die zich ook onder deeltijdstudenten bevinden.
Dat een student die gedisciplineerd, maar deeltijd, onderwijs volgt en tegelijkertijd ‘gewoon’ voltijd wettelijk collegegeld betaalt, is eigenlijk al een bescheiden cadeautje richting ‘het systeem’. Maar daar haalt Zijlstra zijn neus voor op, daar komt de onderwijsbegroting niet mee rond. Hij graait de laatste generatie dappere deeltijders liever kaal. Een leven lang lappen. Dat zullen ze.