Op de campus en in De Vereeniging klonk gisteren de hele dag klassieke muziek om studenten te winnen voor het genre. Vox-verslaggever Paul van den Broek luisterde mee. Is de missie geslaagd? Hoe mooi het ook klonk, er blijkt meer dan een dagje muziek voor nodig om studenten over de drempel te trekken.Het Nijmeegs Studentenorkest Het openingscollege van muziekjournalist en RU-medewerker Stef Grondelaers heeft in elk geval een pakkende titel: ‘Triggerfinger vs. Monteverdi’. Zijn bedoeling is om het imago van de klassieke muziek een boost te geven. Hoezo niet avontuurlijk? Hoezo ongevoelig, cerebraal, humorloos en nog zowat etiketten die de jeugd op verre afstand van de muziek houdt. Luister naar Beethoven (de finale van het Allegro uit Symfonie nr. 5)! Luister naar Gustav Mahler, een deel uit zijn Eerste Symfonie! Ik luister braaf. ‘Eigenlijk schande om de fragmenten af te breken’, zegt Grondelaers meerdere keren. Ik vind het niet zo erg. Wat hij vertelt, is aanstekelijker dan de muziek. Na afloop van Grondelaers’ lezing praat ik met een van de studenten, immers de doelgroep van de dag. En, genoten? Eerstejaars wiskunde Frank Gerlings (18) staat nog steeds aan de verkeerde kant van de drempel. ‘Ik mis de fijngevoeligheid om die muziek te kunnen waarderen. Maar dat ligt aan mijn onkunde. Je moet denk ik langer oefenen op het beluisteren ervan.’ Gerlings gaat verder naar college, ik kan gaan oefenen en begeef me naar het Cultuurcafé Gaat het de initiatiefnemers lukken om met een dagje aanstekelijke muziek zieltjes te winnen voor het genre? Modern In het Cultuurcafé staan studenten van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag met muziek en interviews. Hoe de drempel naar jullie muziek te verlagen, is de vraag. Helaas: de musici ‘hebben hier eigenlijk niet over nagedacht’. Na wat gepeins volgt de tip ‘zelf een instrument ter hand te nemen’ of ‘vaker dit soort dingen te organiseren’. De studenten laten klaarblijkelijk liever de muziek spreken. Ze tonen hun enthousiasme en kwaliteit (laat ik me vertellen), maar echt geraakt word ik nog steeds niet. Filosoof Gerrit Steunebrink geeft daarna een prachtig college over het verschil in beleving (en maken) tussen pop en klassiek. Het laatste is veel rijker en veelstemmiger en doet daarom beter recht aan onze rijke gevoelswereld, zegt hij, waarbij het die gevoelswereld is die het ingewikkeld maakt, niet de muziek zelf. Steunebrink vindt dat iedereen ‘de sprong voorwaarts’ naar de klassieke muziek moet maken, ‘anders kom je muzikaal achter de geraniums terecht.’ Hij vat het samen als ‘I Love You’ van de popmuziek versus ‘I Love, I Hate You and I Love You Again’ waaraan de klassieke muziek uitdrukking geeft. Ik ben niet overtuigd. Wat betekent dan de sprong die ik deze zomer maakte naar iets volstrekt nieuws? Is dat stiekem klassieke muziek? Zit ik al achter de geraniums zonder het zelf te weten? Volgens Steunebrink valt de gangbare klassieke muziek wel iets te verwijten: de standaardisering die hij popmuziek verwijt, sluipt ook het klassieke genre binnen. Waarom altijd die plechtige rij stoelen voor een overgeconcentreerd publiek? Waarom niet vaker crossovers naar andere genres gemaakt, zoals Mozart en Haydn dat deden in hun tijd met overstapjes naar de dansmuziek? Er zijn meer crossover-componisten als Louis Andriessen nodig, vindt hij. Dit klink mij als muziek in de oren. Maar vreemd genoeg is in de programmering vandaag voor crossovers geen enkele ruimte. In het Cultuurcafé is het laatste woord (en geluid) aan Daria van den Bercken. Het loopt tegen vijven, ik wil bier en leuke muziek. Ik krijg twintig minuten Händel, ik meen de achtste suite in d klein. Om me heen nog steeds weinig studenten, in elk geval weinigen die luisteren. Gaat het dan in de avond gebeuren in De Vereeniging, bij het afsluitend concert van het Nijmeegs Studentenorkest, met als solist de ‘wereldberoemde cellist Pieter Wispelwey’? Ik probeer thuis mijn jongste zoon mee te krijgen, vijftien jaar, elke dag bezig met maken en luisteren van muziek. Maar geen klassiek. Hij wil wel mee, als de stukken enigszins aanspreken. Op YouTube beluisteren we het Celloconcert van Elgar en de Peer Gynt Suite van Grieg. Natuurlijk, die laatste deuntjes komen ook hém bekend voor, maar het oordeel is onverbiddelijk: duffe muziek. Wat had in De Vereeniging dan wel moet klinken? De Piano Guys komen voorbij, met klassieke instrumenten David Guetta te lijf. Of Lord Of The Rings met de filmmuziek eronder op het podium. Fraaie crossovers. Steunebrink zou tevreden zijn geweest. En De Vereeniging voller. Ik besluit de dag, zonder mijn zoon, in De Vereeniging. 480 mensen in de zaal, meer jeugd dan ik gewend ben van eerdere klassieke concerten, zo te zien veel studenten uit de achterban van het Nijmeegs Studentenorkest. Pieter Wispelwey wordt op het podium geïnterviewd. Waar is de liefde voor de muziek begonnen? Prenataal, zo blijkt: hij hoorde Schubert al voor zijn geboorte, wat vragen oproept over het klassieke zendingswerk. Kun je nog over de brug als je de muziek als foetus of kind hebt gemist? Is er wellicht een gen werkzaam dat je ontvankelijk maakt? En moet iedereen die de muziek niet met de paplepel meekreeg eerst heel hard studeren? Met een dagje klassieke muziek red je het in elk geval niet. De uitvoeringen mogen prachtig zijn, de deur naar dat moois had wel wat verder open mogen staan. / Paul van den Broek