‘Nederlanders zijn het over strenger straffen niet eens’
Staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie schreef gisteren in een brief aan de Tweede Kamer dat de Nederlandse bevolking het kabinet steunt bij het invoeren van zowel minimumstraffen als strengere straffen bij geweldsdelicten. De staatssecretaris baseert zich op onderzoek dat hij liet verrichten door wetenschappers uit Amsterdam (VU) en Nijmegen.
Socioloog Jochem Tolsma, namens de Radboud Universiteit betrokken bij het onderzoek, herkent zich niet in de weergave van de onderzoeksresultaten.Tolsma vindt dat de staatssecretaris slechts een deel van het verhaal vertelt: die uitkomsten die het voorgenomen kabinetsbeleid ondersteunen. ‘Als je Nederlandse burgers de vraag stelt of het Nederlands strafrechtklimaat te mild is, dan antwoordt driekwart van de ondervraagden ‘ja’. Laat je ze zelf op de stoel van de rechter plaatsnemen – en dat hebben we in dit onderzoek ook gedaan – dan zijn zij het er absoluut niet over eens over wat de juiste straf zou zijn.’
Geen concensus
Uit het onderzoek blijkt dat Nederlanders radicaal van mening verschillen over strafmaten. Drie dagen gevangenisstraf is zwaar genoeg voor een eenvoudige winkeldief, vindt een kwart van de respondenten. Voor een even grote groep binnen de populatie moet dat minimaal twee maanden zijn. Evenmin is er consensus over de vraag welke straffen passend zijn voor specifieke delicten. De onderzoekers: ‘Waar sommigen in bepaalde gevallen een werkstraf het meest passend vinden, zouden anderen liever een gevangenisstraf opgelegd zien. Weer andere burgers geven de voorkeur aan een geldboete.’
Werkstraf
Van de drie hoofdstraffen (gevangenisstraf, werkstraf, geldboete) krijgt de werkstraf vaak de meeste steun. Dat geldt zowel voor vermogens- als geweldsdelicten. In het onderzoek werd een deel van de respondenten geïnformeerd over het feit dat gestraften minder vaak opnieuw in de fout gaan na werkstraf dan na gevangenisstraf. Bij deze groep zagen de onderzoekers dat de steun voor de werkstraf groter werd. ‘Dat betekent dat het draagvlak voor werkstraf vergroot kan worden als de bevolking op de hoogte wordt gebracht van het feit dat na een gevangenisstraf daders twee keer vaker opnieuw de fout in gaan dan na een werkstraf’.
Uitzondering
Wèl vindt de Nederlandse bevolking dat verdachten van geweldsdelicten waarbij een beroepsbeoefenaar (zoals een ambulancebroeder) het slachtoffer wordt, strenger gestraft moeten worden. En een dader die hetzelfde delict nogmaals pleegt, heeft volgens de respondenten een nog strengere straf verdiend dan de dader van in aard verschillende delicten. / Bets Berntsen