CERN en de zoektocht naar het Higgsdeeltje eisten gisteren de aandacht op van wetenschappelijke en reguliere pers wereldwijd. Voor Nicolo de Groot, hoogleraar aan de Radboud Universiteit, is het een bijzondere dag: na tweeëntwintig jaar zoeken komt het einde in zicht. We volgden hem.

‘Ik ben in 1988 naar CERN vertrokken om het Higgsdeeltje te vinden. Dat het einde van de zoektocht nu in zicht is, is wel een bijzonder gevoel’, laat De Groot, hoogleraar Experimentele Hoge-Energie Fysica en onderzoeker binnen de ATLAS-groep van onderzoeksinstituut Nikhef in de ochtend weten.

Resultaten
Samen met zijn Nederlandse en buitenlandse collega’s binnen ATLAS en de onderzoekers binnen het CMS-experiment in CERN, presenteert De Groot ’s middags de resultaten van de onderzoeken die zijn opgezet om het Higgsdeeltje te vinden. Wat is er nu eigenlijk gevonden? ‘We kunnen op basis van deze onderzoeken nog niet echt de ontdekking van het Higgsdeeltje claimen’, zegt De Groot. ‘Maar zij nemen in hun onderzoek hetzelfde waar, iedereen heeft wel het gevoel dat het hem is. We zitten nu op een statistisch niveau waarbij in andere wetenschapsgebieden zal worden gezegd: het is een ontdekking.’

‘Botsingen’
In totaal zijn zes ‘botsingen’, mogelijke waarnemingen, vastgelegd. Dat vormt het begin van een intensief onderzoeksprogramma. ‘We gaan precies de eigenschappen van het deeltje meten en kunnen zo vinden waar het standaardmodel ophoudt te werken en wat er daarna is. Precieze metingen van het Higgs-boson zijn het breekijzer dat het standaardmodel openbreekt. Verder terug naar de oerknal om het populair uit te drukken. Volgend jaar zijn er vijf keer zoveel data. Dan komt de zekerheid.’

Champagne?
Is de champagne bij het Nikhef nu wel of niet open gegaan? ‘Nee, we hebben het nu bij blikjes Fanta met prik gehouden. Volgend jaar zomer, of hooguit het einde van 2012, dan wordt het champagne.’ De Groot heeft van de dag genoten. ‘Het is natuurlijk geweldig leuk dit, een beetje Oscar-achtige toestanden binnen de wetenschap. De zaal zat lekker vol, ik zag diverse Nobelprijswinnaars zitten. ‘ /Iris Roggema