Promovendus: ‘Rol Eerste Kamer bij grondwetswijzigingen moet kleiner’

08 okt 2021

De grondwet vormt de basis van onze democratie. Toch zitten er rare kanten aan de manier waarop regering en parlement deze wet kunnen wijzigen, merkte jurist Toni van Gennip tijdens zijn onderzoek. In zijn proefschrift doet hij twee concrete aanbevelingen.

De Nederlandse grondwet verander je niet zo makkelijk. Voordat een artikel definitief is aangepast moeten zowel de Tweede als de Eerste Kamer daar ieder twee keer mee instemmen – de tweede keer zelfs met een twee derde meerderheid. En tussen de stemmingen moeten ook nog parlementsverkiezingen plaatsvinden.

Klinkt ingewikkeld? Dat is het ook. En dát kan simpeler, concludeert jurist Toni van Gennip in het proefschrift waarop hij vrijdag promoveert. Of eigenlijk, het kan béter. Tot die slotsom kwam de jurist na grondige bestudering van de geschiedenis over regels rondom grondwetswijzigingen. Laat de Eerste Kamer er nog maar één keer over stemmen, is zijn advies, en begrens de periode waarbinnen de Tweede Kamer het wijzigingsvoorstel definitief moet goedkeuren tot maximaal vier jaar.

Op zich, benadrukt de jurist, is er niks mis met een stevige procedure om de grondwet aan te passen. Die is immers de belangrijkste wet in ons land, opgedeeld in artikelen die dingen regelen zoals vrijheid van meningsuiting, het discriminatieverbod en democratische verkiezingen. Dat tussentijdse verkiezingen nodig zijn is dan ook nuttig. ‘Het idee daarachter is dat een nieuw parlement er dan nog een keer goed naar kan kijken.’

Onlogisch

Toch is het raar dat na die verkiezingen ook de Eerste Kamer opnieuw moet stemmen, vindt hij. ‘Dat heeft iets onlogisch, omdat de samenstelling van de Senaat na zo’n stembusgang hetzelfde blijft. De verkiezingen gaan immers alleen over de zetelverdeling in de Tweede Kamer.’ De oorsprong van deze situatie ligt erin dat de Eerste Kamer vroeger tegelijk ontbonden werd met de Tweede Kamer. Sinds 1995 is dat niet meer het geval.

Toni van Gennip. Foto: RU.

Van Gennips suggestie is dan ook om de Eerste Kamer alleen nog maar tijdens de eerste lezing te laten stemmen, de eerste stap in het proces om de grondwet te wijzigen. ‘Dat klinkt misschien wat radicaal, maar alternatieve oplossingen zijn niet per se handiger.’ Een van die alternatieven wordt nu besproken in het parlement, namelijk om beide Kamers tijdens de tweede stemfase gezamenlijk te laten stemmen. Een beetje een halfbakken oplossing, vindt Van Gennip: ‘De Tweede Kamer krijgt dan met haar 150 zetels wel het meeste gewicht, maar de Eerste (75 zetels, red.) heeft nog steeds invloed.’

Uitstel

Het andere voorstel van de promovendus gaat over de vraag hoe lang de Tweede Kamer in ‘ronde twee’ mag wachten met stemmen over de grondwetswijziging. Dat moet vier jaar worden, vindt hij.

Nu is er namelijk niet echt iets geregeld qua termijn. ‘GroenLinks maakte daar een jaar of tien geleden handig gebruik van’, zegt Van Gennip. ‘Zij wilde toen een constitutionele toetsing op laten nemen in de grondwet.’ Dat houdt in dat rechters kunnen toetsen of wetten niet in strijd zijn met de grondwet – iets wat in veel andere landen gebruikelijk is, maar in Nederland niet kan.

GroenLinks stelde de stemming steeds uit, vertelt de jurist, vermoedelijk omdat de vereiste twee derde meerderheid ontbrak. ‘Men hoopte dat zo’n meerderheid er na nieuwe verkiezingen wel kwam.’ Uiteindelijk blies de Kamer een stemming over de wijziging maar helemaal af.

Ongelukkig

Aan die traineermogelijkheid wil de Kamer nu een einde maken. Binnenkort – mogelijk volgende week al – wordt in Den Haag een grondwetswijziging behandeld die stelt dat alleen de Tweede Kamer die meteen na de verkiezingen geïnstalleerd is mag stemmen.

‘Je wilt dat zo’n proces zorgvuldig verloopt’

Maar ook die oplossing vindt Van Gennip ongelukkig. Want stel dat er al heel snel weer nieuwe verkiezingen komen – zoals tijdens de huidige kabinetsformatie dreigde te gebeuren – dan komt zo’n grondwetswijziging in het gedrang. ‘De Tweede Kamer moet dan halsoverkop stemmen. Dat is onwenselijk, want je wilt dat zo’n proces zorgvuldig verloopt.’ Zijn plan van vier jaar is een mooie middenweg: niet te kort, niet oneindig lang, maar gelijk aan de maximale zittingsperiode van een parlement.

Van Gennip hoopt dat politici hun voordeel doen met zijn voorstellen, al heeft hij daar wel een beetje een hard hoofd in. Lachend: ‘Als rechtswetenschapper ben ik blij dat ik de inconsistenties heb weten te identificeren, maar in Den Haag lijkt men er niet echt wakker van te liggen.’

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!