Rector Bas Kortmann (63) legt dit najaar zijn functie neer, zo kondigde hij vanmiddag tijdens de diesviering aan. ‘Ik wil weer wetenschap bedrijven.’

In mei 2015 loopt uw termijn af. U stopt in oktober 2014. Waarom vertrekt u eerder?
‘Ik vertrek juist later, want het was nooit mijn bedoeling zo lang rector te blijven. Ze hebben me in 2007 overtuigd dat ik rector moest worden, toen heb ik gezegd dat ik het vier jaar zou doen. Maar er kwamen wisselingen in het college van bestuur, het was niet goed voor de continuïteit als ik zou stoppen. Ik bekleed dit ambt met plezier hoor, maar ik ben niet naar de universiteit gekomen om te besturen, ik kwam hier voor onderwijs en onderzoek. Ik wil weer wetenschap bedrijven. Om mijn collega’s de tijd te geven in alle openheid een goede opvolger te vinden, kondig ik mijn vertrek nu vast aan.’

Wat gaat u na oktober doen?
‘Ik zal betrokken zijn bij het OOR, het Onderzoekscentrum Onderneming & Recht. Maar mijn hoofdtaak wordt: een boek schrijven. Het gaat om een handboek faillissementsrecht in de Asser-serie dat wordt gebruikt in de collegezaal, maar ook door juristen in de praktijk. In 2017 moet ik het manuscript inleveren.’

U kijkt ernaar uit?
‘Heerlijk! Schrijven vind ik buitengewoon aangenaam. Het is ook spannend om iets te bedenken wat een ander nog niet had bedacht.’

Trekt u zich terug in een tuinhuisje?
‘Grotendeels zal ik op de universiteit werken. Om te kunnen schrijven moet je praten over je ideeën. Hier lopen veel jonge mensen rond, dat is voor mij altijd een reden geweest op de universiteit te willen werken. Ik heb al een kamer in het Grotiusgebouw, het nieuwe onderkomen van de rechtenfaculteit. Niet met uitzicht op het bestuursgebouw overigens. Ik kijk op het Max Planck Instituut. Is dat niet inspirerend?’

Is uw vrouw blij met uw besluit?
‘Mijn echtgenote vond het hoog tijd worden, ja. Ze weet heus wel dat ze me straks ook niet heel veel zal zien, maar ik ben toch wel van plan iets vaker beschikbaar te zijn. Zij is al met pensioen – ze is ietsje ouder dan ik. Toevallig zijn we deze week naar Introdans geweest. Prachtig! Dat soort dingen moet ik nu vaak aan me voorbij laten gaan, helaas.’

Over welke vaardigheden moet uw opvolger beschikken?
‘Het moet iemand zijn met veel oog voor onderwijs. Gerard Meijer (collegevoorzitter, red.) is natuurlijk een zwaargewicht op het gebied van onderzoek, dus je moet het evenwicht bewaken. Het belang van goed onderwijs wordt nog wel eens onderschat. Leid je mensen niet goed op, dan heb je straks ook geen goede onderzoekers. Gerard is een bèta, daarom zou iemand uit de hoek van alfa, gamma of medicijnen goed zijn. En ik hoop dat mijn opvolger zijn of haar oren niet te veel laat hangen naar de politiek. Ook ‘nee’ durft te zeggen.’

Toen u aantrad als rector, zei u de banden met externe partijen aan te willen halen, is dat gelukt?
‘Ik heb het geprobeerd. Bij de ene faculteit lukte het beter dan bij de andere. De rol van het college van bestuur daarin is bijzonder, want contact leggen met de buitenwereld moeten de faculteiten veelal zelf doen.  In elk geval zijn de banden met de overheid – provincie en gemeente – verbeterd. Het deed me goed onlangs in de Gelderlander te lezen dat blijkens een onderzoek Nijmegenaren het meest trots zijn op de Radboud Universiteit.’

Studenten moeten harder werken, zei u destijds. Vindt u dat nog steeds?
‘Ja, en dat heb ik ook vaak genoeg gezegd. Ik ben geen pleaser. Je bent hier in de eerste plaats om te studeren. Begrijp me goed, studentbestuurders leveren een onmisbare bijdrage aan het functioneren van de universiteit en het studentenleven, maar het idee dat ze geen studiepunten zouden kunnen halen, vind ik nog altijd grote onzin. Besturen tijdens je studietijd is een leerschool. Als je later een baan hebt, geeft je baas je ook geen vrijstelling om bestuurswerk voor de voetbalclub te doen.’ / Annemarie Haverkamp