Na de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs klinkt de roep om meer veiligheidsmaatregelen in Europa. Hoogleraar Ira Helsloot schuift deze maatregelen van tafel. Schijnpolitiek, noemt hij het. Hij vertelt er vanmiddag meer over in het Actualiteitencollege van het Soeterbeeck Programma.

Het is een terugkerend ritueel. Tijdens de periode na een ramp of aanslag breekt er een heftige discussie los. Hoe dit in de toekomst te voorkomen? De media buitelen over elkaar heen om de angst in de maatschappij te duiden. ‘Maar het verrassende is, dat uit onderzoek blijkt dat die onrust vaak enorm meevalt’, zegt Ira Helsloot, hoogleraar Besturen en Veiligheid.

Hij heeft er nog geen onderzoek naar gedaan, maar het zou heel goed kunnen dat dat na de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs ook geldt. ‘Het is meer iets van de media. De kranten en tv-programma’s gaan allemaal over Charlie Hebdo. En de politiek gaat daarin mee.’

Wenslijstje
Helsloot ziet nu alweer verschillende mensen opstaan die van de situatie gebruik maken om een oproep te doen voor meer veiligheidsmaatregelen. ‘De politie moet nu opeens zwaarder bewapend moeten worden. Drukbezochte publieke plekken moeten beter bewaakt worden. Maar wat is daarvan het nut?’ Volgens Helsloot wordt het momentum gebruikt om maatregelen door te drukken die al langer op het wenslijstje stonden van bepaalde professionals.

Helsloot maakt zich sterk voor veiligheidsmaatregelen die effectief zijn. Hij kijkt graag naar Noorwegen. Na de moordpartij van Anders Breivik klonk daar het nuancerende geluid dat dit soort incidenten nu eenmaal kan gebeuren, hoe dramatisch het ook is. ‘Ik ben meer van de zachte aanpak, preventieprogramma’s. Dat klinkt misschien soft, maar het zijn wel de enige maatregelen waarvan we zeker weten dat ze werken.’ / Mathijs Noij