Hoezo zijn er te weinig collegeruimtes op de campus? Gemiddeld wordt slechts 61 procent van de onderwijsruimte gebruikt. En dan zijn ook maar 49 procent van de stoeltjes bezet. Probleem is dat er bij de reserveringen nogal eens het nodige fout gaat.

‘Het reserveringssysteem geeft namelijk aan dat gemiddeld 79 procent van de ruimtes bezet zou moeten zijn’, zegt Rene Hagels van het Facilitair bedrijf. Een behoorlijk verschil. En dat is kwalijk, want roosteraars komen daardoor weleens onnodig in de knoei – met ongunstige collegetijden als mogelijk gevolg. Hagels liet voor het tweede jaar de bezetting controleren, door een week lang acht keer per dag de bezetting van de ruimtes te (laten) turven. De totale bezetting ligt dit jaar zo’n tien procent hoger dan vorig collegejaar, waarschijnlijk vanwege de onderwijsintensivering. Verder is de uitkomst van het onderzoek deze keer in de lijn van het vorige; ook toen zat er bijna twintig procent verschil tussen het bezettings- en het reserveringspercentage. ‘Dat heeft meerdere redenen’, volgens Hagels. Een deel van het verschil is te verklaren door een meeteffect. Het is niet uit te sluiten dat er geturfd werd toen een college net was afgelopen. Of een afgelasting vanwege ziekte van een docent. ’Dat kan gebeuren. Kwalijker wordt het als de onnodige spookbezetting makkelijker voorkomen had moeten worden. ‘Het komt bijvoorbeeld voor dat docenten een collegereeks van bijvoorbeeld acht weken inplannen en daarvoor de ruimtes reserveren. Vervolgens is het onderwijs na zes weken afgelopen en lijkt het ‘aan de voorkant’ of de betreffende collegezalen vol zitten, terwijl dat in het echt niet zo is. Het komt ook voor dat zo’n reeks zelfs helemaal niet doorgaat en de reservering niet geannuleerd wordt.’ De oplossing is voor de hand liggend. ‘De sleutel is de terugkoppeling naar de roostermaker van de faculteit. Gaat er iets niet door, geeft dat op tijd aan zodat dat tijdig aangepast kan worden. Onbenutte onderwijszalen kosten ook geld. Het lijkt nu soms of we zalen tekort komen, terwijl dat niet zo is. Er is nog ruimte genoeg, dat is nu weer aangetoond.’ / Tim van Ham