Teaching and Learning Centre wil creatiever en kritischer kunnen nadenken over onderwijs

11 okt 2021

Het Radboud Teaching and Learning Centre heeft sinds zijn oprichting vorig jaar niet de vliegende start gekend waarop werd gehoopt. Corona maakte fysieke ontmoetingen onmogelijk. Maar ook weten docenten nog niet goed waartoe het TLC op aarde is. Dat moet anders, vindt het TLC zelf.

23 maart 2020: premier Mark Rutte kondigt een ‘intelligente’ lockdown af. Zijn oekaze om vanuit huis te werken en studeren luidt een maandenlange stilte op de Nijmeegse campus in.

Dat is een hard gelag voor het Teaching and Learning Centre (TLC) van de Radboud Universiteit, dat nog geen twee maanden daarvoor de deuren opende in de Thomas van Aquinostraat. In de docentenlounge wil het TLC docenten, onderzoekers en onderwijsondersteuners samenbrengen om onderwijsinnovaties aan te jagen en mogelijk te maken. Door corona gaat er een streep door die fysieke ontmoetingen.

Stilstand

‘Voor ons betekende de coronacrisis een jaar lang stilstand’, zegt academisch leider Jan Bransen nu, anderhalf jaar na de oprichting. Dat wil niet zeggen dat het TLC heeft stilgezeten tijdens corona. Integendeel: het crisisteam van de universiteit wees het centrum aan als het aanspreekpunt voor docenten met vragen over lesgeven op afstand. De vragen stroomden binnen.

30 januari 2020: het Teaching and Learning Centre wordt feestelijk geopend. Foto: Vox

‘Voor onze naamsbekendheid was dat goed’, zegt Bransen. ‘Iedereen wist het TLC opeens te vinden met vragen als: hoe speel ik op afstand een filmpje af tijdens een college?’ Maar, zo stelt hij, de rol die het TLC óók wil spelen, als plek waar vrijuit kan worden nagedacht over onderwijs, werd daarmee naar de achtergrond gedrukt.

En dat werkt door in het beeld dat docenten hebben van het TLC – alsof dat er alleen is ter ondersteuning van docenten. ‘Terwijl: wat doen al die wetenschappers hier dan?’, stelt Bransen. Het kernteam van TLC bestaat uit hemzelf plus drie aanjagers op het gebied van onderwijsinnovatie, docentontwikkeling en -welzijn, en onderwijsonderzoek.

Onafhankelijker

Om duidelijker te maken dat het TLC een ontmoetingsplek is voor onderwijsprofessionals – docenten, onderzoekers én ondersteuners – die gezamenlijk aan onderwijsontwikkeling werken, is besloten dat het TLC sinds dit studiejaar onafhankelijker wordt gepositioneerd ten opzichte van de ondersteunende teams van Education Support en Education Affairs. Het wordt een op zichzelf staande organisatie. Ook krijgt het TLC een eigen coördinator, waar die voorheen werd gedeeld met Education Support.

‘We willen een platform zijn waar iedereen binnen kan lopen die iets met onderwijs heeft’, zegt Bransen. ‘Een soort buurthuis.’ In zijn visie moet in dat buurthuis ‘van alles’ gaan gebeuren – van discussies tot inspiratiesessies, van toekomstverkenningen tot kennisdeling – al dan niet georganiseerd door het TLC, of door derden.

‘We willen discussies niet vooraf al inperken door de wettelijke kaders’

De nieuwe positionering van het TLC in de universitaire structuur biedt de kans om kritischer en onafhankelijk na te denken over onderwijs, is de verwachting. ‘We willen discussies niet vooraf al inperken door wat op dit moment wettelijke kaders zijn.’ De toetskaders schrijven nu bijvoorbeeld voor dat ieder studie-onderdeel afgesloten moet worden met een tentamen. Dan zullen wij de vraag stellen: Is dat wel een goed idee? Wij willen veel creatiever en kritischer kunnen kijken naar de rol die toetsing in een studie zou moeten innemen.’

Het gesprek op gang brengen

Dat het TLC een meer onafhankelijke plek krijgt in de organisatie van de universiteit, heeft nog een voordeel, aldus Bransen. ‘Het moet duidelijk zijn dat wij als TLC niets gaan opleggen of voorschrijven – wij staan los van de mensen die beleid uitvoeren of maken. Wij zijn aan het nadenken, reflecteren, kritisch doorvragen. Wij willen het gesprek over onderwijs op gang brengen.’

Jan Bransen. Foto: Duncan de Fey

Dat klinkt vrijblijvender dan het is. ‘Het is juist het idee dat er ideeën uit de vrije reflectie naar voren komen die ertoe doen. Die willen we agenderen. Bovendien hebben we ook budget om innovatieprojecten op te starten.’ Zo is het afgelopen jaar bijvoorbeeld de ontwikkeling van een simulatiespel gestart dat ingezet gaat worden door de sectie migratierecht.

Geen doorstart

Nu studenten en medewerkers weer volop naar de universiteit kunnen komen, hoopt Bransen dat het op korte termijn drukker gaat worden in de docentenlounge van het TLC. Hij ziet dat niet als een herstart of doorstart. ‘We gaan op dezelfde weg door. Wezenlijk is er niks veranderd aan het TLC. Alleen willen we weg van de beeldvorming dat wij er uitsluitend voor onderwijsondersteuning zijn.’

Dat er onder docenten behoefte is om af en toe met een onderzoekende houding naar hun eigen onderwijs te kijken, daar is Bransen vrij zeker van. Maar dat niet alle docenten daar de tijd voor nemen, ziet hij ook. ‘Er zal iets in de cultuur moeten veranderen voordat je docenten uit hun dagelijkse takenpakket kunt trekken. Als docenten bijvoorbeeld minder zouden hoeven toetsen, houden zij tijd over voor reflectie op hun onderwijs.’

Mocht het ooit zover komen dat de druk op docenten substantieel lichter wordt, zou het volgens Bransen helemaal geen gek idee zijn om hen te verplichten zichzelf af en toe een spiegel voor te houden. ‘Een bezoek aan het TLC zou dan prima in het takenpakket van iedere docent kunnen zitten.’

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!