Too much afwisseling is difficult om te verwerken
Nederlanders gebruiken steeds meer Engelse woorden. Premier Rutte strooit zelfs zoveel Engels door zijn zinnen, dat er onlangs een twitterrubriek ‘Rutte-speak’ verscheen. Deze tweetaligheid kan het brein echter behoorlijk in de war brengen, zegt de Nijmeegse onderzoeker Ian Fitzpatrick. Hij promoveert vandaag op zijn onderzoek naar het tweetalige brein.
Fitzpatrick onderzocht hoe hersenen van mensen die Engels als tweede taal hebben geleerd, deze tweetaligheid verwerken. Om dit te onderzoeken werd de hersenactiviteit van proefpersonen gemeten terwijl zij naar spraak uit die tweede taal luisterden. Woordbetekenissen uit zowel de geleerde tweede taal als uit de moedertaal werden actief bij het horen van een zin uit de tweede taal. Bij bijvoorbeeld de zin ‘His cat was his favourite pet’ wordt eerst de tweede taal geactiveerd door de Engelse context, zodat ‘pet’ wordt begrepen als ‘huisdier’ en pas daarna komt de moedertaal aan de beurt die het woord ‘pet’ herkent in de betekenis van hoofddeksel.
Moeilijk
Een belangrijk resultaat is dat de verwerking van taal afhankelijk is van de context. Het brein houdt zo lang mogelijk opties open uit beide talen en overweegt daarmee meerdere woordbetekenissen. Er is wel degelijk sprake van interactie tussen talen. In het brein is opgeslagen welke woorden bij welke talen horen, waardoor tweetaligen onderscheid kunnen maken.
Verder blijkt de verwerking van zinnen waarin zeer afwisselend bijvoorbeeld Engelse en Nederlandse woorden gebruikt worden, voor tweetaligen moeilijker te zijn. Te regelmatig afwisselen van twee talen maakt het begrip van de taal moeilijk. Als premier Rutte een zo groot mogelijk publiek wil bereiken met zijn toespraken, kan hij dus beter niet te veel zinnen gebruiken als: ‘Ik begrijp wel dat WikiLeaks een treasure chest is voor de nieuwsgierigheid, maar voor het diplomatieke verkeer is dit natuurlijk niet handig. Ik zeg dit niet als een old school politicus, maar dit remt mij om in gesprekken met Amerikaanse diplomaten all out te gaan.’
Ian Fitzpatrick (1981) studeerde Cognitive Neuroscience met een specialisatie in psycholinguïstiek. Hij promoveert op 16 maart 2011 met een proefschrift genaamd ‘Lexical interactions in non-native speech comprehension: Evidence from electro-encephalography, eye-tracking, and functional magnetic resonance imaging’.