Het doek voor het NIMAR is zo goed als gevallen. Deze voorpost van het Nederlands hoger onderwijs in Marokko krijgt niet langer subsidie van de overheid. De Radboud Universiteit, die namens de Nederlandse instellingen het NIMAR beheert, steekt geen helpende hand uit. ‘Je kunt je niet tegen elke bezuiniging keren.’

Het in Rabat gevestigde NIMAR ontvangt jaarlijks tientallen studenten en onderzoekers voor cursussen en excursies, maar toch gaat de stekker eruit. Het instituut is een van de vele instellingen die de regering niet langer wil subsidiëren, zoals vlak voor de zomer was aangekondigd in de bezuinigingsbrief. Tot nu toe ging in Nijmegen de meeste aandacht uit naar het ook in die brief genoemde Centrum voor Parlementaire Geschiedenis (CPG). Ook die kon van de overheid de deuren sluiten, maar dankzij intensieve lobby lijkt dit centrum van de ondergang gered. Met de kwaliteit en relevantie van NIMAR heeft de subsidiestop niets te maken, zo stelt de bezuinigingsbrief. Maar de overheid denkt dat zo’n instituut dan ook door andere geldschieters overeind kan worden gehouden. NIMAR-directeur Jan Hoogland is deze week in Nederland om alternatieve financiering te vinden, onder meer bij de Nijmeegse universiteit zelf. Een gesprek hierover deze week met collegevoorzitter Gerard Meijer liep op niks uit. Meijer: ‘We hebben met meer bezuinigingen te maken, zoals die op het CPG. Wij zetten ons in voor de instellingen die voor de universiteit als geheel de belangrijkste zijn. Je kunt je niet tegen elke bezuiniging keren.’ Jan Hoogland voelt zich ‘niet gesteund’ door de Radboud Universiteit, die sinds de opening zeven jaar geleden het beheer voert over het NIMAR. De relevantie van het instituut staat buiten kijf, stelt hij. ‘De steunbetuigingen op onze website zeggen genoeg.’ Hoogland noemt met name de excursies vanuit de lerarenopleidingen. ‘Scholen oriënteren zich op de multiculturele samenleving. Daar zijn excursies in Marokko die wij voor ze regelen heel belangrijk voor.’ Hoogland wijst erop dat de regering de vrijgemaakte gelden in de bezuinigingsbrief wil inzetten voor betere leraren. ‘Daar zorgen wij dus ook voor. Dan moet je niet het NIMAR gaan sluiten.’ NIMAR is een van de acht wetenschappelijke voorposten van Nederland in het buitenland, en die in de Arabische wereld staan er slecht voor. Het instituut in Damascus is al gesloten en Caïro kan op dit moment geen studenten ontvangen. ‘Als je NIMAR sluit hebben we in de Arabische wereld niks meer’, zegt Hoogland. De directeur vestigt nu zijn hoop op de koepel van buitenlandse instituten, het NWIB. De voorzitter van die koepel is Gerard Meijer. De Nijmeegse universiteitswoordvoerder acht ‘de kans klein’ dat het NIMAR via die route behouden kan blijven. / Paul van den Broek