Geschiedenis is niet iets waarover je moet lezen, maar iets wat je moet ervaren. En dat is wat de eerstejaarsstudenten geschiedenis vandaag doen. In verschillende onderhandelingssessies moeten zij de Vrede van Nijmegen naspelen. ‘U kunt wel zo zuchten, maar onze eis blijft staan’. Denemarken trapt af in de Burgerzaal van het stadhuis tegen de Republiek der Zeven Provinciën. Eerst moeten de etiquetteregels worden afgesproken. De Republiek stelt een eis: ‘Tijdens de onderhandelingen moet er Nederlands gesproken worden’. Na een kort overleg gooien de Denen de handen in de lucht en geven zich gewonnen. Anders is het geval tijdens de onderhandelingen in Het huis van de Geschiedenis: De Republiek eist daar van de Zweden dat de eigen vlag hoger moet hangen dan de Zweedse. De Zweden zitten meteen op het puntje van hun stoel, klaar om te reageren: ‘Dat u zo uw angst voor onze politieke zwaargewichten toont, begrijp ik wel’. Punten De nagespeelde onderhandelingen van de Vrede van Nijmegen vinden plaats op vier locaties. Daarvan is de Burgerzaal persoonlijk favoriet van Joost Rosendaal, docent en coördinator van dit evenement. ‘De doeken die in deze zaal hangen zijn speciaal voor de Vrede van Nijmegen gemaakt.’Punten krijgen de studenten niet alleen voor de kwaliteit van het debat, maar ook voor historische correctheid en originaliteit. Studenten verdedigen de eer van vertegenwoordigers van de acht naties die betrokken waren bij de Vrede: de Duitse keizer, de Republiek der Zeven Provinciën, de keurvorst van Brandenburg, de bisschop van Münster, de koningen van Zweden, Spanje, Denemarken en Frankrijk. Eer Na verhitte onderhandelingen in de grafkelder van de St. Stevenskerk, bespreekt de Zweedse delegatie de tactieken voor de volgende onderhandelingen. Een van de leden is achtergebleven en komt even later trots naar buiten rennen. ‘Voor 200 munten mogen zij Göteburg van ons hebben. Zo hebben wij meer geld en het behouden van Göteburg staat toch niet in onze doelen’. Tjerk, lid van de delegatie vertelt over de tactiek die ze vandaag gebruiken: ‘We spelen good guy – bad guy. We hebben een persoon in de groep die helemaal opgaat in het debatteren en die fel uit de hoek komt. Ik speel vervolgens de good guy  en dat heef tot nu toe goed uitgepakt.’ De groep is goed klaargestoomd door docent Robert-Jan Wille. Tjerk: ‘Tijdens colleges heeft hij ons veel achtergrondinformatie gegeven over Zweden. Hij is heel fanatiek. Vandaag verdedigen wij ook een beetje zijn eer’. / Jolene Meijerink