Welters’ weemoedige wereld: Kersttaal

20 dec 2011

Waar veel  van mijn aardse lotgenoten zich dezer dagen vooral bezig lijken te houden met het optuigen van Kerstbomen, het opzetten van gezellige Kerstmutsen, het drinken van gezellige gloeiwijn en het kopen van wanstaltige kleding, ben ik vooral bezig met onderwijszaken. Zo moet ik nog flink wat plannen voor publieksvriendelijk geschreven artikelen over harde wetenschap voor de cursus Science & Media van commentaar voorzien. Ofwel ‘feedback’, zoals dat tegenwoordig heet.

In deze  is afgelopen aflevering een Griekse verstekelinge binnengeslopen. Omdat Alexandra, zo heet ze, zich niet bijtijds genoeg bekend had gemaakt als niet-Nederlandstalige, begeleid ik haar nu individueel bij het schrijven van een artikel over de annamoxbacterie voor The Economist. Dat gezien de onmiskenbaar soepele overdrachtskwaliteiten van de betreffende studente nog eens geplaatst zou kunnen worden ook.

De Nederlandse cursisten hebben het misschien wel moeilijker. Zij moeten veelal Engelstalig toponderzoek omzetten in hun moerstaal. En dat is, gezien de toenemende wurggreep van ‘een soort van’ breed geconsumeerd Engels op ons poldertaaltje, dat welbeschouwd een naamvalloos Duits dialect is voor geestelijk uitgedaagden die zonder Hegel en Heidegger zijn opgegroeid, een heidens karwei. Van software engeneering naar ‘klooien met opgepompte telramen’. Ga er maar aanstaan. Toch kwijten de vaak opvallend goed spellende bèta-studenten zich veelal prima van hun taak om zich toe te leggen op het schrijven van het ‘Levend Hollandsch’, waar Multatuli al naar streefde .

De psycholinguïst Gerrit Jan Kooistra, die aanstaande 12 januari te onzent wellicht promoveert op een onderzoek naar welke factoren het wisselen van taal binnen een taaluiting beïnvloeden, vindt de verengelsing van onze taal niet zo’n punt. Op onze onvolprezen, gefilterde RU-nieuwssite: ‘Als de taalomgeving steeds meer Engels en Nederlands naast en door elkaar heen bevat, is het onvermijdelijk dat mensen dat over gaan nemen. Mensen die daarover foeteren, zou ik willen zeggen: don’t worry. Wie strikte ideeën heeft over zuiver taalgebruik, kan zijn of haar eigen taal zo ‘puur’ mogelijk proberen te houden. Dat zal al moeilijk genoeg zijn. Maar verder: taal ontwikkelt zich, past zich aan aan de omgeving. Het heeft geen enkele zin om je daartegen te verzetten.’

De psycholinguïst gebruikt hier een naturalistische drogreden, die je voor deze ene keer mooi in het Engels kunt uitleggen: uit het is volgt nog geen ought. Ofwel, in levend Hollands: omdat de dingen zijn zoals ze zijn, betekent dat nog niet dat ze daarom ook zo zouden moéten zijn. In het kader van de Kerstgedachte: waarde universiteitsgenoten, ga op zoek naar woorden die de ware aard van ons zijn kunnen weerspiegelen. Waarachtig woordwerk, daar weegt geen app tegen op.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!