Welters’ weemoedige wereld: pathologische verbittering

13 mrt 2012

Hippocrates begon er zo’n vier eeuwen vóór de verschijning van een zekere J.C. van Nazareth op het aardse toneel mee: de humorale pathologie, ofwel de viersappenleer. Grondidee daarachter is dat het menselijk temperament, maar ook ziekteverschijnselen, worden bepaald door de verhouding tussen de lichaamssappen. Te veel slijm (flegma) leidt tot een kalm, zoniet sloom, temperament. Te veel bloed betekent een optimistisch en gepassioneerd, kortom een sanguinisch temperament. Wie te veel gele gal afscheidt is prikkelbaar, opvliegend, dus cholerisch. En wie een overschot heeft aan zwarte gal, heeft een melancholisch, depressief, temperament.

Onbalans tussen de vier kardinale lichaamssappen is volgens natuurfilosoof Hippocrates (letterlijk ‘ paardentemmer’) nog het best te bestrijden via een doordacht dieet. De Romeinse arts Galenus verbond Hippocrates’ pathologische sapcentrifuge met de vier oerelementen: het flegmatische hangt samen met water, het sanguine correleert met lucht, het cholerische met vuur en het melancholische met aarde.

Twee millenia later gaat onze bloedeigen Nijmeegse klinisch psycholoog Ger Keijsers onderzoeken hoe het komt dat een klein deel van de 35 procent van de bevolking die wordt geconfronteerd met een niet nader gespecificeerde ‘nare ervaring’, deze niet op afzienbare termijn weet te sublimeren. ‘Twee tot drie procent van hen kampt met pathologische aanhoudende verbittering die dagelijks hinder veroorzaakt. Deze mensen voelen zich benadeeld, machteloos en kwaad. Herinneringen en beelden maken dat ze blijven piekeren over het voorval, rusteloos en somber zijn.’

Keijsers kent naar verluidt niet alleen de vakliteratuur, maar weet vanuit zijn psychotherapeutische praktijk ook hoe verlammend persistente verbittering kan zijn. ‘Een vrouw die na jaren nog steeds niet kan verkroppen dat haar man na twintig jaar huwelijk bij haar wegging; een collega die gepasseerd werd voor een promotie.’ Oorzaken? Misschien is de veroorzakende traumatische ervaring onder stress niet goed in het geheugen opgeslagen en wordt dientengevolge telkens weer herbeleefd. Met diepgewortelde wrok als netto-resultaat. Maar permanent opspelende zwarte gal zou ook wel in iemands gebakken karakterstructuur kunnen liggen. ‘Rigide mensen hebben vaak rotsvaste opvattingen over hoe de wereld in elkaar zit. De ervaring past dan niet bij wat ze geloven.’

Keijsers doet drie therapiesuggesties. ‘Imaginaire exposure, het in detail vertellen over de kwelling, en die op een goede manier verwerken en in het geheugen opslaan.’ Ten tweede: ‘vergeving’. Dit uit de Christelijke overlevering en van De rijdende rechter bekende concept schijnt ook voor een afname van klachten bij het slachtoffer te zorgen. Of tot slot het psychologische wondermiddel cognitieve therapie. Daarmee kun je prima werken aan het onderzoeken en uitdagen van je bittere inborst.

Als onverbeterlijke melancholicus weet ik het zo net nog niet. Wie niet geregeld tot aan zijn knieën in de aardse modder wegzakt, mist een hoop. In combinatie met een dagelijkse portie frisse lucht, geregeld een frisse duik, kortstondige periodes van heilig vuur en een uitgebalanceerd dieet valt er trouwens prima mee te leven. Sterker nog: spleen, ennui, saudade en Weltschmerz lijken mij eerder bronnen van creativiteit dan de eeuwige opgewektheid die het gevolg is van lichaamssappen die therapeutisch perfect in balans zijn gebracht. Lang leve de pathologische verbittering.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!