Foutje, bedankt!
’t Is of de duvel ermee speelt. Er zit nog geen sociaaldemocratische minister van Financiën of er wordt weer een bank genationaliseerd. Waar Wouter Bos aan het begin van de kredietcrisis twee systeembanken aan het nationaal bezit (of beter, aan de nationale schuld) toevoegde, heeft Dijsselbloem er ook alweer één overgenomen. Zo redt de sociaaldemocratie het kapitalisme; hoever is die club nou helemaal van de ideologische pot gerukt? Het lijkt me eigenlijk wel heerlijk om een bank te hebben, veel leuker dan willekeurig welke andere onderneming. Je kunt aanklooien wat je wilt, elk risico nemen, in de veilige wetenschap dat bij het onontkoombare dreigende failliet de staat toch wel klaar staat om je overeind te houden. Want banken zijn de ruggengraat van de economie, en als er eentje omkukelt zitten we met z’n allen nog met veel zwaarder gebakken peren. Maar goed, sinds zaterdagochtend zijn we dus allemaal aandeelhouder van SNS Reaal geworden. Voor een kleine vier miljard euro, hetgeen betekent dat er naar alle waarschijnlijkheid straks voor een zelfde bedrag extra bezuinigd moet gaan worden. Zo draait de Nederlandse burger op voor de omgekeerde Robin Hoods van de financiële sector. Belasting omhoog, zorgpremie idem dito, basispakket uitgekleed en de kaasschaaf over de sociale uitkeringen. Als ik goed meegerekend heb, hebben we nu al meer dan twintig miljard uitgegeven om drie banken overeind te houden. Ongeveer hetzelfde bedrag als de bezuinigingen van Rutte I en II bij elkaar. ‘Foutje, bedankt!’, moeten we maar denken. Nu ben ik geen econoom, maar wordt het niet eens tijd dat we alle banken gewoon nationaliseren? Als die geldboeren zo’n cruciale rol in de economie en dus in onze nationale welvaart spelen, dan is het toch onverantwoord om de leiding daarvan over te laten aan een stelletje cowboys dat nu al herhaaldelijk heeft laten zien de verantwoordelijkheid niet aan te kunnen? Gewoon even doorpakken, Dijsselbloem – of moeten we wachten op de volgende PvdA-minister van Financiën?
Lees alle columns van Tom de Wit