Persius
‘Hi, I’m Niek, and I’m an imposter.’
Sinds ik terug ben uit de Verenigde Staten probeer ik mijn studie in Nederland af te ronden. Dat lukt maar matig. Hoewel enkel de masterscriptie mij nog rest, lukt het me niet ook maar een woord op papier te krijgen. Ik schaam me voor elke gedachte die ik heb. Bij elke zin die ik opschrijf ben ik bang door de mand te vallen. Wat als iedereen, na zes jaar studeren, er eindelijk achter komt dat ik eigenlijk niets kan?
Volgens mijn Amerikaanse vrienden lijd ik aan Imposter Syndrome. Dat wil zeggen dat iemand die goed presteert zich constant afvraagt of hij zijn ‘succes’ wel verdiend heeft. Of hij niet gewoon slim is overgekomen in plaats van echt slim te zijn. Bij elk woord dat hij schrijft is hij bang betrapt te worden: ‘Jij hoort niet in de academie thuis.’
Als je een masterscriptie schrijft, komt dat soort twijfel niet echt van pas. Elke zin loopt vast. Ik schrijf over de woedeaanvallen van de Romeinse dichter Persius, maar ben vooral bezig met het verwerken van mijn eigen woede. Hoeveel intelligente gedachten ik ook heb, ze komen niet op papier. De druk is te groot. Dit is mijn masterscriptie. Dit is het moment waarop ik moet laten zien dat ik iets geleerd heb – dat ik het waard ben straks aan Yale te gaan promoveren.
De ironie is dat Persius, een satiricus, juist wil dat ik hem niet begrijp. Hij spot met de dogma’s van de samenleving, en wil dat ik me afscheid van die samenleving. Hij wil dat ik niet over hem schrijf. Hij prijst mij, de onderzoeker die hem niet in een hokje durf te plaatsen. Hoe kan ik een werkstuk over hem schrijven? Ik kan hoogstens een ode brengen. Een gedicht.
Maar voor vandaag moet een column volstaan.
Lees alle columns van Niek Janssen
Vrouwenpolitie Vox: Ambitie moet je uiten | Vox magazine schreef op 22 april 2014 om 12:01
[…] in Harvard en Berkeley. Makkelijk vond ze het niet altijd. ‘Ik kampte echt met het imposter syndrom. Ik dacht constant: ik ben niet goed genoeg.’ Dat gevoel ebde weg toen ze haar ‘vervelend […]