Restaurant Refter
En ineens zag ik het. Dat ik dat nog niet eerder had gezien. Het was zo simpel. Het kwam allemaal door die ene oude houten tafel. Die mij in een flits een visioen van een heel andere Refter liet zien. De tafel stond er ter gelegenheid van een speciale week in de Refter, de WeCanteen, waarin allerlei kleinere bedrijven bijzondere hapjes en drankjes serveerden. Lekker, dat zeker. Maar het eten ging eigenlijk goeddeels aan me voorbij. Ik zag alleen die oude tafel. Een tafel met duidelijk al een geschiedenis. Ik zag de krassen en de oude houtnerven. Met er omheen allerlei verschillende, moderne, maar eenvoudige stoelen. En een oude schemerlamp die de mensen aan de tafel een aantrekkelijk eetlicht gaf. Eén van de deelnemende ondernemers aan WeCanteen had het kennelijk een leuk idee gevonden om niet de normale bedrijfskantinemeubels van de Refter te gebruiken, maar een tafel en stoelen die je ook in een fijn eetcafé of restaurant zou kunnen aantreffen. En precies dát raakte me. Wat zeg ik, de Refter zal voor mij nooit meer hetzelfde zijn nu ik deze potentie gezien heb. Nu kom ik er bijna nooit. En dat ligt niet eens aan het eten. In mijn eigen studententijd heb ik heus vele malen slechter gegeten. Het is de ruimte. Die nietszeggendheid. Die zielloosheid. Het is die grijze leegheid gevuld met grijze, inwisselbare tafels opgesteld in rijtjes, met grijze stoelen op een grijze gymzaalvloer. Meer dan het eten van de gaarkeuken is het de ruimte die hier kleur en smaak ontbeert. Die haar gasten tot één en dezelfde naamloze, kleurloze pulp maalt. Die het individuele onderscheid tussen de bezoekers reduceert tot het nummer op hun pasjes. De Refter is een typisch voorbeeld van wat in de geografie heet een non-place, een betekenisarme ruimte waar je alleen komt omdat je er moet zijn om daarna zo snel mogelijk weer te verdwijnen. Als was het een wegrestaurant of busstation. Maar ineens zag ik het. Ik zag beelden van hippe restaurants in oude loodsen en fabriekshallen voor mijn ogen dansen. Ik zag een ruimte vol fraaie tafels, leuke lampen, fijne stoeltjes. Met een glazen pui naar een terras. Een plek om te verblijven. Ik zag een kantine die het kille nut van de bedrijfskantinelogica waar de lunchtijd gederfde inkomsten zijn was ontstegen. En sfeer. Ik dagdroomde sfeer. Ik droomde kortom, hoe een kantine een restaurant werd. Met dank aan die ene oude, houten tafel.
Lees alle columns van