Silo’s
Eigenlijk had het hele door architect Oscar Leeuw in 1914 gebouwde hallencomplex aan de sloopkogel gemoeten. ‘Waalfront West moet een woongebied worden’, aldus de Gelderlander van afgelopen 8 november. ‘Door de crisis is de woningbouw hier echter stevig vertraagd. Het Honigcomplex is daarom vrijgegeven voor tijdelijk gebruik voor een periode van zeker acht jaar. De komende maanden vestigen zich hier talloze ambachtelijke bedrijfjes, diverse horecazaken, een hostel, een bouldercentrum en mogelijk een beachvolleybalhal.’
De Meesterproef heeft zich genesteld in een forse hal ‘waar voorheen de makkelijke zakjes met e-nummers vandaan kwamen’, zoals de website meldt. De insteek is ambachtelijk koken, pekelen, roken, zelf worst, pâté, chutney en jam maken, vlees serveren dat de hele nacht heeft gegaard en, alsof dat nog niet genoeg hervonden herinnering is, een trits gin-tonics aanbieden.
De twee ferme metalen silo’s die tot voor kort dienden voor opslag van grondstoffen, worden nu gebruikt om de vijf regelmatig wisselende witte en rode wijnen op te stiften. Formicatafeltjes met vintage kantoorstoelen op een vloer van doodgewone trottoirtegels. Twee strakke stadsfietsen als muurdecoratie. Kundig personeel met slagersschort loopt zich de benen uit het lijf tussen de geoliede open keuken en de pakweg zestig gasten die vanavond verwachtingsvol aanzitten in een postindustriële balzaal.
De gefrituurde IJsselmeerspiering met pittige paprika-tomaat salsa is een aardige proloog, hoewel het beslag net iets krokanter had gemogen. Bij de pastrami, gerookt en gepekeld rundvlees, oorspronkelijk uit Roemenië, springen de knalgeel gepickelde kwarteleitjes in het oog en op de tong. Ze hebben iets citroenigs, iets huppelends. Bij de zachte geitenkaas van de Bettinahoeve uit Etten-Leur en blauwe kaas uit het Friese Wolvega zorgen de krakende brokjes citroenkroepoek en de geweckte vijgen-anijsstroop voor tegengas.
De lange weg naar het toilet voert langs rekken met gevulde weckpotten en door de toekomstige beachvolleybalhal waar op dit late uur nog wordt gelast. Bij wederkomst genieten we van sappige en ter streling van het oog in rode biet gemarineerde kabeljauw met couscous, dadels en bleekselderij-notenpesto. Of de keukenbrigade zich heeft vergist of niet: het hoopje brandade (een romige puree van onder meer stokvis en olijfolie), dat volgens de kaart eigenlijk bij de zeebaars, het andere vishoofdgerecht hoort, completeert het smaakpalet. De gepekelde en gerookte diamanthaas met brosse polentafriet en gekonfijte paprika is een waagstuk vanwege de zoute inborst van het langzaam gegaarde rundvlees. Wat ons betreft geslaagd. Van de nagerechten blijft vooral de semifreddo van zoethout met sinaasappelcrumble plakken.
Origineel, hip, hoog op smaak met geregeld een meesterhand. Met dank aan de woningcrisis.
Lees alle columns van Ron Welters