column

Station Antwerpen

29 mei 2015

‘Hoe ben jij eigenlijk dit geworden?’ vroegen mijn studenten laatst. We hadden het over masterkeuzes en arbeidsperspectieven. De overheid vindt het tegenwoordig erg belangrijk dat studenten een weloverwogen studiekeuze maken en dus besteedden we er aandacht aan.

Ik vertelde mijn studenten dat ik altijd wel overwoog ‘iets met taal’ te doen, maar geen Nederlands wilde studeren, omdat ik bang was dat ik dan niet meer onbevangen van taal zou kunnen genieten. Zoals sommige mensen niet naar de Keuringsdienst van Waarde willen kijken, omdat ze dan niet meer van hun biefstuk / wijn / varkensanus calamari met knoflooksaus kunnen genieten.

Ik schreef me dus in voor iets sociaals bij mij in de buurt, maar kreeg toen een bevlieging: ik wilde weg uit Nederland, herinnerde me een overstap op het Centraal Station van Antwerpen, vond dat station machtig mooi en besliste dat de stad dan ook wel mooi moest zijn. Ik downloadde de studiegids van de Universiteit Antwerpen, vond een studie die me aansprak (met als hoofdrichtingen Theater-, Film- & Literatuurwetenschappen en – oeps – toch Nederlandse Taal & Cultuur), pakte een trein naar dat zojuist genoemde station en schreef me in.
Beste keus ooit.

Zo goed als dit uitpakte, zo hóeft het natuurlijk niet te gaan. Zo’n niet echt weloverwogen studiekeuze kan vanzelfsprekend ook slecht uitpakken. Maar, dat kan een weloverwogen studiekeuze ook. Ken je die van die student die al vanaf groep 3 juf wilde worden, maar na een maand op de PABO gillend wegrende omdat kinderen echt heel vervelend bleken te zijn? Of die van die geneeskundestudent die niet tegen bloed bleek te kunnen?

Om al die uitval tegen te gaan, hebben we tegenwoordig de studiekeuzecheck. Op basis van een vragenlijst en mogelijk ook een gesprek wordt onder andere bepaald of je gemotiveerd genoeg bent en of je genoeg voorlichtingsactiviteiten hebt gedaan. Ik heb daar een mening over. Natuurlijk is het goed om aandacht te besteden aan nieuwe studenten, te kijken of hun verwachtingen kloppen. En het is ook niet zo dat je niet wordt toegelaten tot de opleiding als je als je te veel ‘foute’ antwoorden geeft, geloof ik. Bij onderzoeksmasters zijn dit soort checks ook heel gebruikelijk. Prima.

Maar wie bepaalt wat ‘een hoge motivatie’ is? Wie bepaalt wat goed of fout is? Een tussenjaar, bijvoorbeeld, hóeft volgens mij helemaal geen risicofactor te zijn. Misschien heb je in dat jaar juist goed na kunnen denken over wat je wilt doen, of dat nu was terwijl je backpackte door Zuid-Oost-Azië of vakkenvulde in de Albert Heijn. Je bent een jaar ouder, wijzer hopelijk. Lijkt me juist heel goed. Moet je zeventien-, achttienjarigen eigenlijk wel zulke keuzes laten maken, kun je je ook afvragen. Moet je je dan al kunnen, willen binden aan een studierichting, een arbeidsperspectief?

Maar misschien staat die studiecheck me ook gewoon zo tegen omdat ik er gegarandeerd voor was gezakt, toen, als zeventienjarige op dat station in Antwerpen.

(En dan zal ik volgende keer iets schrijven over carrièrekeuzes, ook nog zoiets.)

Lees alle columns van Merel van Goch

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!