Bèta’s vinden sneller een baan. En dus kiezen meer nieuwe studenten voor een bètastudie. Ger Boonen, hoofd van het onderwijscentrum van de de faculteit FNWI, probeert de interesse onder jongen voor exacte studies al vroeg aan te wakkeren. Bolleboosjes, noemt Ger Boonen (50) ze. Geen nerds. De middelbare scholieren uit de regio Nijmegen die deelnemen aan de speciale bètaklasjes op de Radboud Universiteit  zijn talentvol. ‘Maar zeker niet saai of betweterig’, stelt het hoofd van het onderwijscentrum van de Nijmeegse faculteit FNWI. Hij wil het maar gezegd hebben. Tekort In de afgelopen twee jaar volgden zo’n 370 jongeren van middelbare scholen uit de regio Nijmegen op vrijdagmiddag een speciaal talentenprogramma in het Huygensgebouw. ‘Wij willen met deze bètaklasjes de interesse onder jongeren voor de exacte opleidingen aanwakkeren’, zegt Boonen, zelf afgestudeerd bioloog. ‘De scholieren volgen colleges, werken mee aan practica en krijgen voorlichting over de carrièremogelijkheden van de verschillende studies. De angst onder jongeren om een bètastudie te starten, moet worden doorbroken. Bèta zijn is niet saai, maar biedt vele mogelijkheden. Ons land heeft hoogopgeleide bèta’s nodig. Er dreigt een tekort. Wil Nederland zich als vooraanstaande kenniseconomie blijven presenteren, dan is snel actie nodig. Anders moeten we hoogopgeleide bèta’s invliegen uit Oost-Europa.’ Het talentenklasje op de Radboud Universiteit is één van de vele pogingen van de overheid en de onderwijssector in de afgelopen jaren om het bèta-onderwijs in Nederland te promoten. Niet zonder succes. Komend studiejaar starten opnieuw meer eerstejaarsstudenten met een bètastudie aan een hogeschool of universiteit. De Radboud Universiteit en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) lopen landelijk gezien dit jaar zelfs voorop in de stijging van het aantal nieuwe bètastudenten. Arbeidsmarktperspectief Maar in hoeverre is de toename van het aantal bètastudenten te danken aan de verwoede pogingen van de overheid en het onderwijsveld om jongeren te masseren voor een bètastudie te kiezen? ‘Het verklaart een deel van de stijging’, denkt Boonen. ‘Het imago van het bèta-onderwijs is de laatste jaren verbeterd. Maar om heel eerlijk te zijn, denk ik dat het huidige arbeidsmarktperspectief voor afgestudeerde bèta’s deze toename beter verklaart. Bèta’s vinden in deze tijd nu eenmaal sneller een baan dan alfa’s. In de top van steeds meer grote bedrijven tref je bèta’s aan. Zij hebben een sterk analytisch vermogen en zijn goed met cijfertjes. En dus gewild.’ De populariteit van de studie informatica aan de Radboud Universiteit en de HAN heeft volgens Boonen alles te maken met de toegenomen belangstelling voor het vraagstuk ‘digitale veiligheid’ in de afgelopen jaren. ‘Je kunt het onderwerp zelfs sexy noemen. Onze samenleving digitaliseert. Naast voordelen brengt deze ontwikkeling ook gevaren met zich mee. Privacyschending, lekken in de beveiliging van computersystemen. Voer voor informatici. Een aantal bij ons afgestudeerde informatici werkt nu als professioneel hacker. Juist om deze beveiligingslekken aan te tonen.’ / Bas Knoop Dit artikel staat vandaag ook in de Gelderlander. De krant en Vox doen gezamenlijk verslag van de introductie en de voorbereidingen.