Eén procent van de geheimen van het brein is ontrafeld. Maar die fractie levert al veel leuks op, ontdekte Vox gisteravond op het Breinfest. Je naam schrijven zonder handen, of een balletje voortbewegen door concentratie: het kan al. Een proefpersoon brengt door zich te concentreren een balletje in beweging (het blauwe balletje zweeft boven de ‘E’ van het woord DUEL). Kom op, rotballetje, moven. Ik draag een hoofdband die ontworpen lijkt door Apple. Er zitten twee witte sensoren aan. Op mijn gloeiende linkeroorlel een gemeen klemmetje. Ik speel het gezelschapsspel Mind Flex Duel. Het principe: door concentratie en dus hersenactiviteit, beweeg je een balletje van A naar B. Het balletje zweeft op een luchtstroom en het parcours is een rechte lijn van een centimeter of veertig. Je hoeft niet aan het balletje zelf te denken, hersenactiviteit op zich is voldoende. Klinkt simpel, niet? Thinkagain. Na een vlotte start blijft het balletje steken. Ik doe verwoede pogingen het commentaar van de omstanders te negeren en zet in stilte een liedje in. Het balletje is niet onder de indruk van Een groen groen knollenknollenland. Sommetjes dan: 6 keer 6 is 36, 7 keer 7 is 49. Opeens schiet het balletje vooruit. Als het de eindstreep passeert, voel ik me even Matilda, de telekinetische heldin uit het kinderboek van Roald Dahl. Twee zalen met lezingen en een ‘markt’ met geinige en soms imponerende demonstraties, dat is Breinfest. Organisator van het neuroscience-evenement in de Lindenberg is BrainGain. Dat is een consortium dat onderzoek doet op het snijvlak van hersenen en computers, gericht op praktische toepassingen. De Radboud Universiteit is een van de partijen in BrainGain. Proefpersoon Martijn schrijft in opperste concentratie zijn voornaam op het computerscherm, door te knipperen, zijn hoofd te bewegen en zich te concentreren. De avond is druk bezocht. Het publiek, biertje in de hand, dringt zich langs tafels waar proefpersonen met badmutsen vol elektroden computerspelletjes spelen zonder handen. Bram van de Laar, promovendus van de Universiteit Twente, laat proefpersoon Martijn zijn voornaam schrijven met behulp van een epoc, een hoofdband die hersenactiviteit, oogknipperen en hoofdbewegingen meet. De techniek kan op den duur mensen met een beperking helpen om handelingen te verrichten. ‘Ze hoeven alleen hun hoofd en nek te kunnen bewegen. Er zijn al mensen die het gebruiken om de lampen aan te doen en de gordijnen te sluiten.’ Getallen Nick Ramsey, een Utrechtse professor Cognitieve neurowetenschappen, frist in zijn lezing de parate hersenkennis op met een reeks duizelingwekkende getallen. De hersenen, die met anderhalve kilo 2 procent van ons lichaamsgewicht uitmaken, gebruiken maar liefst 20 procent van onze energie. Het brein bevat 100 miljard zenuwcellen, die elk 10.000 (!) directe verbindingen met andere cellen kunnen hebben. In totaal bevat je brein 150 triljoen verbindingen. Dan kijk je opeens met heel andere ogen naar het menselijk brein. Letterlijk, want in het kraampje van Tineke van Rijn, docent neuro-anatomie, ligt een menselijk brein in een bak water. ‘Het is uniek dat studenten in Nijmegen menselijke hersenen ontleden. De meeste universiteiten werken met schapenhersenen.’ Ik werp een laatste blik op de bleekgrijze reuzenwalnoot. Mijn eigen brein juicht zachtjes: ik ben Matilda! / Lydia van Aert