Burgervader steeds vaker burgerboeman
De burgemeester die ‘de boel bij elkaar houdt’ en zich opstelt als een burgervader, krijgt tegelijkertijd steeds meer bevoegdheden als burgerboeman. Burgemeesters en de wetenschap gaan vanavond in debat over de spanning tussen die twee rollen.
Sinds vorig jaar de zogenaamde ‘Voetbalwet’ van kracht werd, hebben burgemeesters meer bevoegdheden op het gebied van openbare orde en veiligheid. De veiligheidsdreiging hoeft minder specifiek omschreven te zijn om bijvoorbeeld preventief mensen op te laten pakken. Ook preventief fouilleren en gebiedsontzeggingen (straatverboden en dergelijke) zijn eenvoudiger op te leggen. Niet alleen aan hooligans, maar ook aan bijvoorbeeld hangjongeren, veroordeelde pedoseksuelen of daklozen.
Meer strafrechtelijke verantwoordelijkheid
‘De burgemeester heeft meer strafrechtelijke verantwoordelijkheid gekregen. Zaken waar voorheen het openbaar ministerie en rechter-commissaris over gingen, kunnen op zijn of haar bordje terechtkomen. Daar zitten haken en ogen aan’, vertelt Marcel Becker, deskundige op het gebied van bestuurlijke ethiek bij het Centrum voor Ethiek van de Radboud Universiteit en een van de organisatoren van een debat over ‘De burgemeester als veiligheidsbaas’, dat vanavond plaatsvindt.
Burgervader of burgerboeman
Om eens wat haken en ogen te noemen: ‘De ene burgemeester kan flinker optreden dan de andere en zo kan een soort van rechtsongelijkheid ontstaan. Maar het belangrijkste is dat zaken uit het strafrecht zijn overgeheveld naar een functionaris die daar niet primair voor is aangesteld. Of hij of zij de juiste beslissingen neemt, daar heb ik het niet eens over. Maar de burgemeester hoort boven de partijen te staan en “de boel bij elkaar te houden”, hoort burgervader te zijn en geen burgerboeman. Maar die laatste rol krijgt hij nu wel steeds meer.’
Debat tussen kenners
Over de spanning tussen de rollen van burgervader en burgerboeman gaan vanavond in debat Thom de Graaf, burgemeester van Nijmegen; Hub Hennekens, oud-burgemeester van Cuijk en voormalig hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Radboud Universiteit en Lodewijk Rogier, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam./ Anja van Kessel