Dagdromen in het Collegezalencomplex
Dromen hoeft heus niet alleen ’s nachts. Wandel eens langs de expositie van Mattijn Fransen in het Collegezalencomplex. Vox-verslaggever Joep aan den Boom had bij thuiskomst het idee dat hij een kort reisje had gemaakt. Ik ben eens verdronken in de fantasiewereld van Salvador Dalí. Voor het slapengaan bekeek ik in een boek zijn surrealistische meesterwerken. Badend in het zweet werd ik midden in de nacht wakker. Het boek heb ik nooit meer durven inkijken. Eergisteren bevond ik me in de gang van het Collegezalencomplex. Midden in de wereld van Mattijn Franssen. Mattijn is een zelfopgeleide ‘photo-montage artist’, en illustreert, schildert en fotografeert. De drie disciplines combineert hij in zijn expo ‘Photomontaged Daydreams’. Gelukkig is het dan nog lang geen bedtijd, en kan ik op mijn gemak zijn creaties bekijken. Over Dalí heb ik ooit gelezen dat hij zijn inspiratie haalde uit zijn slaap. Wanneer hij naar bed ging hield hij een lepel in zijn hand en op het moment van inslapen viel de lepel op de grond, of in een ketel, de meningen zijn daarover verdeeld, en schrok hij wakker. Zo kon hij zijn dromen onthouden en gebruiken voor zijn schilderijen. Volgens Mattijn is het heel moeilijk om zo’n lucide slaaptoestand te creëren, en bovendien onnodig. Dromen kun je ook overdag. Het wordt me duidelijk dat de kunstwerken van Mattijn meer dan zomaar dromerige momenten zijn. Het zijn ontdekkingstochten van zijn innerlijke wereld. In vrijwel al zijn werk figureert hij zelf, soms samen met zijn vriendin, en altijd met zijn kat. De hoofdpersoon lijkt op zoek te zijn en zich te verbazen over de wereld waar hij zich in bevindt. En precies dát is wat zijn werk zo interessant maakt. De wereld die hij verkent heeft hij zelf gecreëerd. Mattijn schept een beeld dat hij zelf nog niet hij kent, maar wel een reflectie is van wat hij voelt. Een verkenning van zijn eigen ziel. Soms is het werk heel duister, soms heel droevig, maar ook speels en humoristisch. Vaak tegen het absurdistische aan. Mattijn: ‘Mijn werken reflecteren hoe ik me voel in een bepaalde periode. Als ik me klote voel, zijn ze donkerder, wanneer ik me lekker voel, luchtig.’ De donkere periodes, wanneer alles wat minder gaat, zijn volgens Mattijn het meest inspirerend. ‘Niet dat ik een of ander labiel persoon ben, hoor. Maar wij mensen zijn gewoon niet altijd vrolijk. En als alles goed gaat, is het ook maar saai.’ Een wijze les om mee af te sluiten. Een kunstenaar moet worstelen. Anders is er ook geen mooi werk om te bekijken. Zijn er geen werelden te bezoeken. Ik loop nog een keer langs de schilderijen en dompel me nog een keer onder in de surrealistische dagdromen van Mattijn. Hoewel ik mezelf er niet in tegenkom, heb ik als ik thuiskom het gevoel dat ik een kort reisje heb gemaakt, en iets donkers van mezelf heb achtergelaten. Iets onder heb ogen gezien. Ik voel me licht en verheug me erop straks te gaan slapen. / Joep aan den Boom