De middeleeuwse man in 1300 insignes
Pelgrimsinsignes – kleine aandenkens aan gemaakte bedevaarten – zijn het eerste massaproduct vóór de boekdrukkunst en geven een goed beeld van handel en wandel van de middeleeuwse man van de straat. Kunsthistorici van de Radboud Universiteit beschreven eerder al ruim 2200 van deze insignes; zaterdag 30 juni verschijnt deel 3 van een standaardwerk, met 1300 nieuwe vondsten. Willy Piron werkt op het Centrum voor Kunsthistorische Documentatie (onderdeel van de afdeling Kunstgeschiedenis) van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij is een van de samenstellers van de boeken Heilig en profaan, waarvan het derde deel aanstaande zaterdag wordt gepresenteerd in het Breda’s Museum. De eerste twee delen van Heilig en Profaan liggen aan de basis van de Kunera-database die bij de afdeling Kunstgeschiedenis ontwikkeld is. De grote aanjager achter de drie boeken en indirecht ook de database is een particuliere verzamelaar, de heer H.J.E. van Beuningen. Hij bezit de grootste collectie middeleeuwse insignes ter wereld. ‘Hij verwerft sinds de jaren tachtig pelgrimsinsignes, onder andere van amateurarcheologen die insignes met hun metaaldetector vinden’, vertelt Piron. Hoewel de collectie Van Beuningen zich beperkt tot insignes die gevonden zijn in Nederland en het Nederlandstalig deel van Europa (dat in de middeleeuwen niet alleen Vlaanderen maar ook een stukje van het huidige Noord-Frankrijk omvatte), is die intussen dus duizenden stukken groot. Ideale toestand ‘In Nederland zijn en worden sowieso de meeste pelgrimsinsignes gevonden in Europa’, vertelt Piron. ‘Dat komt deels doordat de grond hier vochtig is, en dat is de ideale toestand om deze lood-tinproducten te bewaren. Daarnaast werken in Nederland amateurarcheologen en stadsarcheologen in sommige gevallen goed samen: waar stadsarcheologen bij een nieuwbouwproject niet altijd de tijd krijgen om alle afgevoerde grond nauwgezet door te vlooien, worden daar vaak amateurs bij betrokken. Vergelijk dat met België, waar amateurarcheologen niet eens met hun metaaldetector het veld in mogen.’ Massaproduct En verder is het natuurlijk zo dat er überhaupt veel pelgrimsinsignes verspreid zijn: ‘Zulke aandenkens waren het eerste massaproduct vóór de boekdrukkunst. Ze zijn vanaf de twaalfde eeuw tot midden zestiende eeuw op grote schaal gemaakt en op grote schaal verkocht, want het materiaal was goedkoop en de insignes waren ook voor de gewone man te betalen. En daardoor geeft de informatie over deze insignes – waar zijn ze verkocht, waar zijn ze gevonden – inzicht in het reisgedrag van gewone, niet adellijke middeleeuwse mensen. Die blijken veel vaker en verder te hebben gereisd dan we wisten. Een voettocht van Groningen naar Maastricht – of zelfs naar Santiago de Compostela of Canterbury – was geen uitzondering.’ Anja van Kessel. Illustratie: De heilige Servatius, engelen met kromstaf en sleutel. Verkocht in Maastricht, gevonden in Dordrecht. Datering: 1400-1450.