De nieuwe studentenraad is er klaar voor. Klaar om de belangen van hun medestudenten te verdedigen, klaar om er op toe te zien dat de behaalde toezeggingen concreet worden gemaakt. Volgende week maandag is de eerste vergadering.

De allereerste ambitie? Energie steken in de band met de ondernemingsraad. De studentenraad en de ondernemingsraad zijn op retraite geweest in klooster Soeterbeeck en hebben besloten de handen ineen te slaan. Er zijn werkgroepen opgericht waar mensen uit beide kampen aan deelnemen. De onderwerpen? Het gebruik van ICT in het onderwijs, de wijze waarop de universiteit haar websites gebruikt, onderwijskwaliteit en internationalisering. Jip Mennen, de voorzitter van de universitaire studentenraad (USR): ‘Dat zijn onderwerpen waar we beiden veel aandacht voor – en baat bij – hebben. Dan is het zinvol om een medezeggenschapsbrede aanpak te kiezen.’ Niet dat de USR de focus op het belang van de student zal verliezen, het is eerder zo dat de belangen samenvallen. ‘Neem de onderwijsintensivering, het voornemen om ieder bachelorstudent vijftien uur per week onderwijs aan te bieden. We hebben kritiek op de manier waarop die intensivering wordt uitgevoerd. Er zijn wel meer uren geroosterd, maar de stof blijft dezelfde.’ Er worden wel elementen toegevoegd, er komen relevante stukken of documentaires voorbij, maar idealiter leidt de intensivering tot een inhoudelijke uitbreiding van de cursus. En daar komt het belang van de medewerker om de hoek. Mennen: ‘De werkdruk voor de individuele docent moeten we goed in de gaten houden. Het kan niet zo zijn dat de druk van zo’n rendementmaatregel volledig op de schouders van de docent komt. Daarom is het goed om samen op te trekken met de OR.’ Het vergaderjaar gaat rustig van start, er staan nog geen schokkende punten op de agenda. Wel gaat de studentenraad een aantal schriftelijke vragen stellen. ‘Er is deze zomer het een en ander gebeurd dat we nog even willen aankaarten’, aldus Mennen. Het gaat dan om kleine punten, zoals de uitnodiging voor de opening van het academisch jaar. ‘Het is goed dat internationale studenten en collega’s een Engelstalige uitnodiging hebben ontvangen,maar als er dan vervolgens niet één woord Engels wordt gesproken tijdens de zitting, heeft het niet zo veel zin.’ Maar er komen ook principiële punten aan bod, zoals de sluiting van NIMAR, het Nederlandse instituut in Marokko. ‘Dat vonden we vreemd. Het is het enige toegangspunt tot de Arabische wereld, dat sluiten lijkt ons niet te stroken met het internationaliseringbeleid.’ En natuurlijk moet de USR het college achter de broek zitten om de weblectures van de grond te krijgen. Daar hebben de studenten zich jaren hard voor gemaakt. Later in het jaar kunnen we meer vuurwerk verwachten. Dit jaar komt de regeling Fonds, het potje waar naast de bestuursbeurzen ook de hulp aan zieke studenten uit wordt betaald, terug op de agenda. Het profileringfonds staat al jaren onder druk, maar is voor het Nijmeegse studentenleven van groot belang. Vooruit lopen op die discussie wil Mennen nog niet. ‘Dat heeft niet zoveel zin: hoe de regeling er uit gaat zien is sterk afhankelijk van de maatregelen die vanuit het Haagse op de universiteit afkomen. We moeten wachten en zien hoe het uitpakt.’ / Mark Merks